Een fascinerend onderzoek heeft belangrijke voorspellers blootgelegd van het feit dat je aardig gevonden wordt bij eerste ontmoetingen
Uit een nieuwe studie is gebleken dat individuen die zowel agentisch als
gemeenschappelijk gedrag vertonen wanneer ze voor het eerst met anderen in contact komen, populair worden. Individuen die ongewoon hoog gemeenschappelijk, maar niet agentisch, gedrag ten opzichte van een specifieke persoon vertonen, hebben de neiging geliefd te worden bij die specifieke persoon. De studie werd gepubliceerd in Psychological Science.
Wanneer twee individuen elkaar voor het eerst ontmoeten, vormen ze snel een eerste indruk van elkaar. Deze indrukken worden vaak binnen enkele seconden gevormd en zijn gebaseerd op factoren zoals uiterlijk, lichaamstaal, stemtoon en de inhoud van hun eerste gesprek, waarbij vaak wordt vertrouwd op subtiele signalen. De hersenen verwerken deze informatie snel en instinctief, waarbij ze gebruik maken van ervaringen uit het verleden en maatschappelijke normen om snel tot een oordeel te komen. Deze eerste indrukken kunnen toekomstige interacties aanzienlijk beïnvloeden door verwachtingen en percepties vorm te geven.
Dankzij dit alles levert het in veel situaties in het echte leven grote voordelen op als je een goede eerste indruk kunt achterlaten en aardig gevonden wordt na de eerste interactie met iemand anders. Individuen die een goede eerste indruk kunnen achterlaten, hebben grotere kansen op het krijgen van een baan na een sollicitatiegesprek, een langdurige romantische partner na een date, een klant na een verkoopgesprek en betere resultaten in veel andere situaties. Daarentegen ontwikkelen mensen die na een eerste ontmoeting een hekel hebben, vaak als gevolg daarvan psychologische problemen, zoals een laag zelfbeeld, naast minder gunstige uitkomsten van interacties met anderen.
Welk gedrag vergroot iemands kansen om een goede eerste indruk achter te laten en geliefd te worden bij mensen? Onderzoeksauteurs Michael Dufner en Sascha Krause analyseerden gegevens uit een onderzoek met behulp van een round-robin-ontwerp waarin voorheen onbekende individuen elkaar voor het eerst ontmoetten in een laboratorium voor korte gesprekken in paren. Na deze gesprekken beoordeelden de gesprekspartners hoeveel ze van elkaar hielden.
Bij het onderzoek waren 139 studenten uit verschillende vakgebieden betrokken, die deelnamen in ruil voor een vergoeding van 20 euro. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 24 jaar. Ze werden geworven via krantenadvertenties en een website.
Na aankomst in het laboratorium werden de deelnemers gefotografeerd om foto’s te maken die de onderzoekers zouden gebruiken voor een smaakmeting. Vervolgens werden ze verdeeld in groepen van hetzelfde geslacht, zodat elke groep alleen deelnemers bevatte die elkaar niet kenden.
De procedure begon waarbij elke deelnemer zichzelf kort voorstelde aan zijn/haar groep. Na deze introducties gaven de deelnemers aan hoe leuk ze elke persoon in hun groep vonden. Vervolgens voerde elke deelnemer een gesprek van 5 minuten met elk lid van zijn/haar groep over een onderwerp naar keuze. De onderzoekers filmden alle gesprekken. Na het laatste gesprek werd de deelnemers opnieuw gevraagd om te beoordelen hoeveel ze van elk lid van de groep genoten.
Naast de waarderingscijfers huurden de onderzoekers onafhankelijke waarnemers in om de video’s van de gesprekken te bekijken en het gedrag van elke deelnemer te beoordelen. De onderzoekers zorgden voor een beoordelingshandleiding voor de waarnemers waarin ze werden opgedragen te zoeken naar twee soorten gedrag: agentisch en gemeenschappelijk. Agentisch gedrag omvatte kenmerken als ‘leidend’, ‘dominant’, ‘zelfverzekerd’ en ‘opschepperig’, terwijl gemeenschappelijk gedrag werd beschreven als ‘beleefd’, ‘welwillend’, ‘warm’ en ‘vriendelijk’.
De resultaten toonden aan dat deelnemers zich consequent op vergelijkbare manieren gedroegen met verschillende interactiepartners. Ze ontwikkelden echter vaak een specifiek niveau van sympathie of afkeer voor specifieke individuen.
Deelnemers die een hoog niveau van zowel gemeenschaps- als agentgedrag vertoonden, werden over het algemeen meer geliefd bij de groepsleden, waardoor ze populairder werden. Bij het onderzoeken van factoren die van invloed waren op de mate waarin een specifiek individu geliefd was (unieke voorkeur), waren gemeenschappelijk gedrag, vooral welwillend en vriendelijk zijn, samen met het algemene niveau van gemeenschappelijk gedrag significant. Hogere niveaus van agentgedrag waren echter geassocieerd met lagere niveaus van unieke sympathie.
“Hoe moeten mensen zich gedragen als ze populair willen zijn?” concludeerden de auteurs van het onderzoek. “Volgens onze resultaten zouden ze over het algemeen een combinatie van hoog agentisch en hoog gemeenschappelijk gedrag moeten vertonen, omdat dit gedrag zowel positieve als unieke voorspellers van populariteit is. Hoe moeten mensen zich gedragen als ze een bepaalde ander als vriend willen winnen? Voor gemeenschappelijk gedrag zijn de effecten op de twee niveaus beide positief, dus de aanbeveling is duidelijk: wees zo gemeenschappelijk als je kunt!”
“Voor agentisch gedrag is het effect positief op het niveau van het individu, maar nul of zelfs negatief op het niveau van de tweetal. Hoewel agent-gedrag iemand in het algemeen populair kan maken, is het dus misschien geen goed advies om een hoger niveau van agent-gedrag te vertonen als je probeert een nieuwe vriend te winnen. We hopen dat deze aanbevelingen nuttig zijn bij het navigeren door alledaagse interacties.”
Het onderzoek draagt aanzienlijk bij aan het begrijpen hoe eerste indrukken worden gevormd. Er zijn echter beperkingen waarmee rekening moet worden gehouden. Opvallend is dat alle deelnemers niet-gegradueerde studenten waren, en de resultaten kunnen verschillen in andere demografische groepen. Bovendien concentreerde het onderzoek zich op de eerste indrukken die tijdens informele gesprekken worden gevormd en die verschillen van de eerste ontmoetingen in het echte leven die gewoonlijk plaatsvinden in een doelgerichte context (bijvoorbeeld sollicitatiegesprekken, daten, verkoopvergaderingen, het opbouwen van relaties met collega’s of buren, zakelijke transacties). .
Het artikel, “On How to Be Liked in First Encounters: The Effects of Agentic and Communal Behaviors on Popularity and Unique Liking” is geschreven door Michael Dufner en Sascha Krause.
Bronnen