Ook mannen worden verwacht er goed uit te zien.

Eenvoudig gezicht meest aantrekkelijk bij mannen
Vrouwen zijn ontevreden over borsten

Met 116.356 ondervraagden speelde Chapman University het klaar om het grootste

man under waterfall, waterfall, strong

Fifaliana-joy (CC0), Pixabay

onderzoek ooit naar het zelfbeeld van Amerikaanse mannen rond te krijgen. Terwijl er vroeger van werd uitgegaan dat alleen vrouwen onder de druk leden om goed uit te zien, blijkt nu ook dat mannen daar onder gebukt gaan. Vooral homoseksuele mannen krijgen het zwaar te verduren. De studie die de naam Male Body Image: The Roles of Sexual Orientation and Body Mass Index meekreeg, werd gepubliceerd in ‘Psychology of Men & Masculinity’.

“Tussen de 20 en de 40 procent van de mannen gaf aan niet tevreden te zijn met zijn algemene voorkomen, gewicht, gestalte en spiermassa”, zegt hoofdonderzoeker en professor in de psychologie David Frederick. “De meerderheid van de mannen gaf ook aan beoordeeld te worden hun uiterlijk en dat ze zichzelf met anderen vergeleken op sociale bijeenkomsten.”


De mannen met een ‘normaal’ gewicht hadden over het algemeen een positiever zelfbeeld dan die met een ‘obees’ gewicht. Toch voelden de meeste mannen met ‘overgewicht’ zich over het algemeen opvallend goed in hun vel. Niet geheel onlogisch, vindt David Frederick. “Mannen kunnen de druk voelen om er sterk en krachtig uit te zien dus dat extra gewicht stemt niet meteen tot ontevredenheid over het lichaam.”

Verschillen tussen homo’s en hetero’s
De studie zoomde ook in op de verschillen tussen heterseksuele en homoseksuele mannen en onder andere de gevolgen daarvan in de slaapkamer. Daaruit bleek dat homoseksuele mannen veel meer druk voelen vanuit de media om er goed uit te zien, vaker seks ontwijken als ze zich niet goed in hun vel voelen en vaker openstaan voor plastische chirurgie.

De cijfers zelf zijn best frappant. Bij heteroseksuele mannen gaf 20 procent met een ‘normaal’ gewicht toe dat ze toch een deel van hun lichaam proberen te verhullen tijdens de seks, bij de ‘obese’ mannen gaat het om 29 procent. Meestal ging het om hun buikje waar ze zich het meest voor schamen. Slechts 5 procent van de heteroseksuele mannen met een ‘normaal’ gewicht was de voorbije maand seks uit de weg gegaan omdat ze zich slecht in hun vel voelden, in vergelijking met 10 procent bij ‘obese’ mannen. Bij homoseksuelen liggen de cijfers een pak hoger: zo had 20 procent van de homoseksuelen met een ‘normaal’ gewicht de voorbije maand seks vermeden omwille van een laag zelfbeeld, bij de ‘obese’ homoseksuele mannen klimt dat cijfer zelfs nog op tot 32 procent.

Deze gegevens bleken ook al eerder uit Vlaams onderzoek.

Veelvuldig onderzoek toont aan dat vrouwen zich laten beïnvloeden door de ideale vormen die ze in de media zien: een hele industrie leeft van het idee dat, met de juiste producten, dit schoonheidsideaal ook haalbaar is voor de normale vrouw. Maar zijn er ook mannen die na confrontatie met een David Beckham poster spontaan de borrelnootjes laten staan? Sara Janssens, master in bedrijfscommunicatie, ondervroeg Vlaamse mannen over de invloed van de media op hun zelfbeeld.

“Als mannen op eenzelfde manier beïnvloed worden door reclame, dan opent dit nieuwe marketingmogelijkheden”, zegt Sarah. “De mode en verzorgingsindustrie zou een nieuwe groeimarkt kunnen aanboren. Daarnaast schuilt er in die invloed ook een potentieel gevaar; het overmatig spiegelen aan dergelijke ideaalbeelden zou aan het zelfbeeld van de man kunnen knagen. Een slecht zelfbeeld wordt verbonden met lichaamsobsessies als muscle dysmorphia: gespierde mannen die zichzelf als ‘te mager’ blijven percipiëren en hun toevlucht nemen tot excessieve spiertraining en steroïdengebruik.”

Vergelijken

“Volgens de Vlaamse mannen lijkt dat allemaal nog al mee te vallen. Ze zijn over het algemeen heel tevreden met hun eigen lichaam. Ze zouden graag wat meer gespierd zijn, maar ze weten dat er een grens is aan wat ze kunnen bereiken. De gespierde lichamen in tijdschriften doen ze af als onrealistisch, met uitspraken als ‘Dat is toch niet normaal, die heeft zeker iets gepakt om zo’n lichaam te krijgen’. Als ze zich vergelijken met anderen dan zijn dat eerder mensen uit hun eigen omgeving: vrienden, collega’s, kennissen van de sportclub. Dan komt er ook een element van competitie boven.”

“Vrouwen reageren heel anders op de media. Ze lopen het risico de mediabeelden te internaliseren, de ideale maten te zien als een norm waar ze aan moeten voldoen. Ze toetsen deze norm niet meer af aan de realistische lichamen uit hun naaste omgeving, maar enkel aan de ideale lichamen die de media presenteren. Ze zien een dergelijk lichaam als haalbaar, als ze maar hard genoeg diëten en sporten. Mannen lijken steviger in hun schoenen te staan tegenover de media.”

Onderscheid

“Ik heb hetero- en homoseksuele mannen afzonderlijk bevraagd, omdat onderzoek aantoont dat zij op verschillende manieren met hun uiterlijk bezig zijn. Dit bleek ook heel sterk uit de gesprekken. Heteroseksuele mannen zien zichzelf niet graag als ijdel. Ze sporten omdat het gezond is, gebruiken cosmetische producten na het scheren of het sporten, dragen kleren die comfortabel zitten. Functionaliteit staat voorop, maar het uiterlijk wordt toch ook niet vergeten. De bevraagde mannen zijn het allen eens dat een verzorgd uiterlijk belangrijk is: om presentabel op het werk te verschijnen, en om aantrekkelijk te zijn voor de partner. Homoseksuele mannen zijn meer met hun uiterlijk bezig, en geven toe zich soms te spiegelen aan de beelden in de media. Hun ideale lichaam is iets magerder, iets minder gespierd. Ook zij zijn best tevreden met hun lichaam.”

“Nu richten de media zich voornamelijk op vrouwenlichamen, maar dat is langzaam aan het veranderen. Het eerste mannensalon inclusief wellness centrum heeft in Antwerpen zijn deuren geopend. Er zijn verschillende cosmeticalijnen voor mannen in de maak. Het lijkt me heel interessant om te zien hoe mannen tegenover de media zullen staan wanneer het mannelijk lichaam een echt marketinginstrument wordt.”

De masterthesis van Sara Janssens werd begeleid door Sofie van Doninck en professor Paul E. Ketelaar.

Bronnen

http://www.hbvl.be/

http://nieuws.kuleuven.be/node/8397