Blootstelling aan antifeministische complottheorieën versterkt de acceptatie van de verkrachtingsmythe
In de Victoriaanse tijd ging men ervan uit dat verkrachting zeldzaam was. Als een vrouw
zei dat ze verkracht was, moest ze het dus wel verzonnen hebben. Zo’n verhaal werd afgedaan als pseudologia fantastica, het verlies van controle op de realiteit. Onder invloed van de vrouwenbeweging is het denken over verkrachting volledig veranderd. Een van de manieren waarop dat is gebeurd, is door zogeheten verkrachtingsmythes te weerleggen. Een voorbeeld van zo’n mythe is dat verkrachters altijd vreemde engerds zijn die plots uit de bosjes springen. Een andere verkrachtingsmythe is dat er heel veel valse aangiftes worden gedaan. In werkelijkheid zou dat aantal heel laag liggen. Dit blijkt moeilijk empirisch aan te tonen. Is er sprake van een mythe over een mythe?
In recent onderzoek gepubliceerd in het tijdschrift Violence Against Women hebben
wetenschappers licht geworpen op de relatie tussen het geloof in complottheorieën over feministen, seksisme en de acceptatie van verkrachtingsmythen. Hun bevindingen suggereren dat individuen die een hoger niveau van vijandig seksisme koesteren, eerder geneigd zijn verkrachtingsmythen te accepteren, vooral wanneer ze worden blootgesteld aan feministische complottheorieën. Dit verband benadrukt de wisselwerking tussen politieke predisposities, seksistische ideologieën en samenzweringsovertuigingen bij het vormgeven van de houding ten opzichte van seksueel geweld.
“Samenzweringstheorieën kunnen een intergroepsfocus hebben, waarbij doelwitten van complottheorieën het slachtoffer kunnen worden van vooroordelen en discriminatie”, zegt studieauteur Daniel Jolley, assistent-professor in de sociale psychologie aan de Universiteit van Nottingham.
“In ons werk wilden we onderzoeken of complottheorieën over feministen – die stellen dat feministen in het geheim handelen voor hun eigenbelang (bijvoorbeeld het in het geheim ontmantelen van traditionele familiewaarden) voor hun eigen gewin – vooroordelen jegens vrouwen kunnen inspireren, met name seksuele vooroordelen ( dat wil zeggen, de goedkeuring van verkrachtingsmythes).”