Leren hechten in de virtuele wereld

Geschatte tijd om tekst te lezen: 4 minu(u)t(en)
Ontwikkeling van romantische relaties en seksualiteit van Nederlandse adolescenten in context: Project STARS
Geluk van hebben van kinderen slijt snel

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

Had je een Tamagotchi als een kind, of een soortgelijk spel waar je voor een huisdier of een persoon moest zorgen (bijvoorbeeld Nintendogs)? Heb je een hele hoop tijd geïnvesteerd als kind om uw virtueel diertje te verzorgen?   In de VS ontwikkelden universiteitsmedewerkers een virtueel kind waarvoor je moet zorgen om te kijken hoe je omgaat met hechting aan een baby, of je er voor kan zorgen, en.  Het kind wordt geboren en doorloopt alle leeftijden maar doet dat in een snel tempo. De keuzes die je maakt voor zijn of haar leven zijn onomkeerbaar. De onderzoekers wilden weten of de gevoelens ten opzichte van een “virtueel kind” gerelateerd zijn aan comfort  om dicht bij anderen in het echte leven te zijn.

Vanaf het moment dat mensen  jong zijn, leren ze ook dat ze op anderen kunnen rekenen in tijden van nood. Ze leren zich ook hechten aan personen, aan jong en oud. Sommigen ontwikkelen angstig en/of vermijdend hechtingsgedrag.  Sommigen ontwikkelen een angstig gedrag waarbij ze continu vrezen dat anderen hen zullen verlaten.  Er is niet zoveel onderzoek hoe attachment betrekking heeft ten opzichte van het hebben van kinderen. Echter, Rholes en  zijn collega’s vonden dat mensen die vermijdingsgedrag vertonen minder kans hebben om kinderen te hebben en zich veilig te hechten. Men wilde nu onderzoeken hoe gehechtheid zich verhoudt ten opzichte van virtuele kinderen? De onderzoekers verwachten dat de mensen met hoog vermijdingsgedrag en angst om zich te binden minder positieve gevoelens ontwikkelen ten opzichte van het opvoeden van een virtueel kind dan mensen met een lage vermijdingsstrategie in hechting.

145 studenten kregen een  virtueel kind toegewezen in het kader van een opdracht voor een universitaire opleiding. De studenten konden een aantal fysieke kenmerken van het kind zelf bepalen, maar het geslacht werd willekeurig toegewezen. De studenten moesten heel wat tijd spenderen aan hun virtueel kind(ongeveer 20 uur). Gedurende 12 weken moesten  studenten dingen doen, zoals hen eten geven en discipline bijbrengen.  Ze moesten telkens reflecteren over hun  ervaringen. Ze werden beoordeeld op wat ze schreven. Na 12 weken moesten ze vragen beantwoorden over hun houding ten opzichte van hun virtuele kind. Vragen gingen over hoe positief studenten zich voelden ten opzichte van hun kind, hoe veilig ze dachten dat hun kind was, en hoe bereid ze waren om er te zijn voor hun kind. Zij voltooiden ook een vragenlijst omtrent angstig en vermijdend hechtingsgedrag.

Wat ze vonden: hoe goed leerlingen de opdrachten vervulden  had te maken met hoe positief ze zich voelden ten opzichte van hun kind, hoe veilig ze dachten dat hun kind was, en hoe bereid ze waren om er te zijn voor hun kind. Studenten  die het goed deden op de opdracht hadden meer positieve houding ten opzichte van hun kind, dachten dat hun kind veiliger was, en waren meer bereid om daar te zijn voor hun kind dan mensen die niet goed te doen op de opdracht.

Studenten met hoog vermijdingsgedrag inzake hechting deden de opdracht minder goed.  Ze staken niet zoveel tijd in het vervullen van de opdracht.  Ze hadden ook minder positieve gevoelens tov het virtuele kind, dachten dat hun kind minder veilig was, en waren minder bereid om energie te steken in de opvoeding van het kind.

Dit onderzoek toont aan dat hoe comfortabel mensen zich voelen ten aanzien van andere mensen inzake hechting in het echte leven, gekoppeld is aan hoe ze zich voelen en gedragen tegenover virtuele wezens. Net zoals virtual reality wint het belang van technologie ook inzake het aanleren en controleren van opvoedings- en relatievaardigheden.

Bronnen

Lisa Hoplock http://www.scienceofrelationships.com/home/2017/1/16/attachment-in-the-virtual-world.html

1Symons, D. K., Adams, S., & Smith, K. H. (2016). Adult attachment style and caregiver attitudes after raising a virtual child. Journal of Social and Personal Relationships, 33, 1054-1096. DOI: 10.1177/0265407515616710

2Mikulincer, M., & Shaver, P. R. (2003). The attachment behavioral system in adulthood: Activation, psychodynamics, and interpersonal processes. In M. P. Zanna (Ed.), Advances in experimental social psychology (pp. 53-152). San Diego, CA: Elsevier Academic Press.

3Rholes, W. S., Simpson, J. A., & Blakely, B. S. (1995). Adult attachment styles and mothers’ relationships with their young children. Personal Relationships, 2, 35-54.

4Rholes, W. S., Simpson, J. A., Blakely, B. S., Lanigan, L., & Allen, E. A. (1997). Adult attachment styles, the desire to have children, and working models of parenthood. Journal of Personality, 65, 357-385.

Delen