Nieuw psychologisch onderzoek benadrukt de kwetsbaarheid van de perceptie van mannelijke heteroseksualiteit
Een nieuwe studie werpt licht op hoe een enkele seksuele of flirterige handeling van
hetzelfde geslacht de perceptie van heteroseksualiteit bij mannen en vrouwen op een andere manier kan beïnvloeden. Uitgevoerd door onderzoekers van de Universiteit van Zuid-Florida en gepubliceerd in de Archives of Sexual Behavior , blijkt uit het onderzoek dat mannen, meer nog dan vrouwen, na dergelijk gedrag te maken krijgen met scepsis over hun heteroseksualiteit.
De bevindingen benadrukken een sterke vooringenomenheid in de manier waarop vergelijkbaar gedrag door mannen en vrouwen verschillend wordt geïnterpreteerd, waarbij de kwetsbaarheid van mannelijke heteroseksualiteit in maatschappelijke ogen wordt benadrukt, een fenomeen dat bekend staat als het precaire seksualiteitseffect.
Eerder onderzoek heeft een aanzienlijk vooroordeel aan het licht gebracht: de heteroseksualiteit van mannen wordt gezien als kwetsbaarder dan die van vrouwen, en wordt gemakkelijk in twijfel getrokken door een enkele seksuele ervaring van hetzelfde geslacht. Deze onderzoeken waren echter vooral gericht op expliciet seksueel gedrag. In hun nieuwe onderzoek wilden de onderzoekers de reikwijdte verbreden door een breder scala aan gedragingen te onderzoeken, van louter flirten tot seksuele handelingen, en onderzoeken of maatschappelijke percepties veranderen met de explicietheid van dit gedrag.
De methodologie van het onderzoek was gebaseerd op de analyse van vijf grote steekproeven, die samen 9.770 Amerikaanse volwassenen omvatten. Deze deelnemers waren afkomstig uit reeds bestaande datasets verzameld door vier onafhankelijke onderzoeksgroepen, waardoor een brede en diverse dwarsdoorsnede van de Amerikaanse volwassen bevolking werd gewaarborgd. Deze aanpak stelde de onderzoekers in staat het precaire seksualiteitseffect in een grootschalige en gevarieerde context te onderzoeken, waardoor de robuustheid en betrouwbaarheid van hun bevindingen werd vergroot.
Deelnemers aan het onderzoek kregen een reeks vignetten te zien, die elk een individu beschrijven met een uitsluitend heteroseksuele datinggeschiedenis die zich bezighoudt met handelingen van hetzelfde geslacht. Deze vignetten varieerden in de explicietheid van het beschreven gedrag en bestreken een spectrum van niet-seksuele flirterige acties, zoals een kus blazen of dansen, tot expliciet seksuele handelingen, zoals orale seks of losse seks.
Na het lezen van elk vignet werd de deelnemers gevraagd de seksuele geaardheid van het afgebeelde individu op een schaal te beoordelen. Deze schaal varieerde van volledig heteroseksueel tot volledig homoseksueel, waardoor onderzoekers de perceptie van heteroseksualiteit en de impact van gedrag van hetzelfde geslacht op deze percepties kwantitatief konden beoordelen.
De onderzoekers ontdekten dat het precaire seksualiteitseffect meer uitgesproken was bij gedrag met een lagere seksuele explicietheid. Dit betekent dat zelfs niet-seksuele, flirterige handelingen, zoals samen dansen of een kus blazen, de heteroseksualiteit van mannen eerder in twijfel zouden trekken dan soortgelijke acties van vrouwen.
Het is intrigerend dat toen gedrag seksueel explicieter werd, zoals het deelnemen aan orale seks of het hebben van een informele seksuele ontmoeting, het verschil in perceptie tussen mannen en vrouwen kleiner werd, hoewel het nog steeds aanzienlijk bleef. Deze gradiënt in percepties onderstreept de genuanceerde manieren waarop maatschappelijke normen en verwachtingen ons begrip van gender en seksualiteit vormgeven.
Een andere belangrijke bevinding was het gebrek aan consistent bewijs dat kenmerken van waarnemers, waaronder geslacht, seksuele geaardheid, leeftijd, ras, religiositeit of politieke geaardheid, het precaire seksualiteitseffect matigden. Dit suggereert dat de vooringenomenheid een wijdverspreid maatschappelijk fenomeen is, dat niet beperkt is tot of onevenredig wordt uitgeoefend door bepaalde demografische of ideologische groepen.
De universaliteit van dit effect onder verschillende achtergronden van waarnemers benadrukt de ingebakken aard ervan in de maatschappelijke percepties, wijzend op een breder cultureel verhaal dat mannelijke heteroseksualiteit beschouwt als rigider en gemakkelijker bedreigd door afwijkingen van normatief gedrag.
“Toekomstig onderzoek zou aanvullende moderatoren van dit effect moeten onderzoeken en de mechanismen moeten vaststellen die dit effect aandrijven. Bevindingen uit deze en andere onderzoeken naar het precaire seksualiteitseffect kunnen belangrijke implicaties hebben voor de manier waarop heteroseksuele mannen genegenheid voor hetzelfde geslacht uiten, intimiteit tussen hetzelfde geslacht ervaren en omgaan met op hetzelfde geslacht gerichte mannen, ‘concludeerden de onderzoekers.
Het onderzoek “From Flirting to F*cking: Examining the Robustness of the Precarious Sexuality Effect,”is geschreven door Jennifer K. Bosson, Gregory Rousis en Mariah Wilkerson.
Bronnen