Ruzie bijleggen in bijzijn kinderen is bepalend voor welzijn en ontwikkeling
SEKS- EN RELATIEONDERZOEK
Kan het kwaad om in het bijzijn van je kinderen een meningsverschil uit te vechten? Kinder- en jeugdpsycholoog Willemijn van Eldik zocht het uit voor haar promotieonderzoek en verdedigde dit eind september 2020. ‘Als je de ruzie bijlegt, hebben de kinderen er geen last van.’
De omgeving waarin kinderen opgroeien, is bepalend voor hun welzijn en ontwikkeling. De relatie tussen beide ouders hoort ook bij die omgeving. Toch constateerde Willemijn van Eldik (Erasmus Universiteit Rotterdam) dat er zowel in de praktijk als in het wetenschappelijk onderzoek weinig aandacht is voor de effecten van de partnerrelatie op de kinderen. ‘Vaak gaat het over de relatie tussen de moeder en het kind, of over de effecten van een scheiding’, legt Van Eldik uit. ‘Alle ouders hebben weleens ruzie. Soms zelfs waar de kinderen bijzijn. En die spanningen of conflicten kunnen confronterend zijn voor kinderen.’
Dat ouders meningsverschillen hebben is onvermijdelijk. Juist de manier waarop ouders omgaan met meningsverschillen en de inhoud van ruzies kunnen het gedrag van kinderen sterk beïnvloeden is de conclusie van haar onderzoek. Het belang van de ouderlijke partnerrelatie voor kinderen is daarom groot.
De onderzoekster voerde onder meer een grote meta-analyse uit, waarbij ze meerdere studies op een hoop gooide, om te onderzoeken welke aspecten van de partnerrelatie van invloed zijn op het kind. Er ging tot nu toe vooral aandacht naar verbale of fysieke agressie als het gaat over de relatie tussen ouders, maar om een volledig beeld te schetsen moet je meerdere dimensies in kaart brengen. Zoals de conflictfrequentie en de inhoud van het conflict. En ook hoe vaak conflicten worden opgelost of juist vermeden. Aan de hand van gegevens uit vragenlijsten die ouders en kinderen tot achttien jaar invulden, onderzocht de onderzoekster hoe al die aspecten van conflicten samenhangen met agressief en depressief gedrag van het kind.
Van Eldik onderzocht dus ook andere interactievormen, zoals conflict-vermijdend of verzoenend gedrag. Daarbij is ze nagegaan of deze conflictvormen even sterk samenhangen met agressief en depressief gedrag van kinderen. De inhoud van de conflicten speelt ook een belangrijke rol. Opvoedingsgerelateerde conflicten, bijvoorbeeld over het geven van straf bij ongewenst gedrag, hangen het sterkst samen met agressie bij kinderen.
Het onderzoek laat zien dat de manier waarop ouders met meningsverschillen omgaan sterk uitmaakt, zowel voor jongens als voor meisjes, voor jonge kinderen en voor pubers. Allereerst tonen kinderen meer agressief en depressief gedrag wanneer ouders verbale of fysieke agressie gebruiken. Maar ook wanneer ouders juist in een soort stilzwijgen zijn beland en het hen niet meer lukt over meningsverschillen te praten, lijden kinderen hier even sterk onder. Alle soorten conflicten, en alle dimensies van die conflicten, beïnvloeden het agressieve en depressieve gedrag van het kind. Agressieve conflicten tussen de ouders zorgen bijvoorbeeld voor meer agressieve en depressieve symptomen bij kinderen, maar stilzwijgende conflicten ook. Als ouders niet meer met elkaar praten en de conflicten stilzwijgen, merken de kinderen dat op.
De effecten van de conflicten zijn hetzelfde voor jongens, meisjes, oudere en jongere kinderen. Ook is er geen verschil tussen kinderen met en zonder gescheiden ouders. Jonge kinderen worden misschien wel vaker blootgesteld aan de ruzies, omdat die nog heel afhankelijk van hun ouders zijn, maar adolescenten begrijpen de gevolgen van een conflict weer beter. Die eventuele verschillen heffen elkaar mogelijk op, waardoor de effecten hetzelfde zijn.
Maar discussies en ruzies hoeven kinderen niet per definitie negatief te beïnvloeden. Uit het onderzoek blijkt vooral dat wanneer ouders verzoenend gedrag tonen, kinderen geen last hebben van ouderlijke conflicten. Dit kan verklaard worden doordat ouders een belangrijk sociaal rolmodel voor hun kinderen zijn. Door naar elkaar te luisteren, begrip te tonen en oplossingen aan te dragen, leren zij hoe meningsverschillen die eigen zijn aan relaties constructief opgelost kunnen worden. Dit lijkt positief bij te dragen aan hun ontwikkeling.
Een belangrijke bevinding is dat kinderen een actieve bijdrage kunnen hebben aan de partnerrelatie. Enerzijds blijkt dat meer agressief gedrag van kinderen kan leiden tot een lagere kwaliteit in de ouderlijke partnerrelatie.
Kinderen zelf bijgevolg ook actieve mensen in het beïnvloeden van een gezin. Uit dit onderzoek blijkt dat als een kind meer depressieve symptomen laat zien, zijn of haar ouders vervolgens minder agressieve conflicten hadden. Ouders moeten ook leren omgaan met alles wat er bij het hebben van kinderen komt kijken, bovendien moeten ze samen de kinderen opvoeden.
Wat zijn dan tips voor ouders? Wees je ervan bewust dat hoe je met een meningsverschil omgaat, van invloed is op je kinderen. Neem de tijd om rustig over meningsverschillen te praten, misschien lukt dat niet altijd in the heat of the moment. Probeer het dan daarna. Zorg dat een ruzie niet explodeert waar de kinderen bijzijn. Het is misschien makkelijker gezegd dan gedaan, maar het helpt wel.
De bevindingen van dit onderzoek benadrukken het belang van de ouderlijke partnerrelatie voor kinderen. Daarom roept van Eldik ook jeugdhulpverleners op om standaard aandacht te besteden aan de partnerrelatie in preventie gezinsprogramma’s en jeugdinterventies. Meningsverschillen zijn nu eenmaal onvermijdelijk. Maar het constructief oplossen van deze conflicten biedt ook kansen.
Bronnen
Erasmus Universiteit Rotterdam
https://www.doq.nl/dr-willemijn-van-eldik-wat-ruzie-tussen-ouders-met-kinderen-doet/
https://www.eoswetenschap.eu/psyche-brein/hoe-ouders-ruzien-beinvloedt-de-kinderen