Hebben mensen met een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) het moeilijker om monogaam te zijn?
SEKS- EN RELATIEONDERZOEK
Hebben mensen met een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD) het moeilijker om monogaam te zijn? Zijn ze meer geneigd om seksueel open te staan in relaties?
Sekstherapeut Ari Tuckman publiceerde een boek met de titel “ADHD After Dark” waarin deze vragen worden onderzocht, en hoe ADHD het seksleven en de relaties van mensen breder beïnvloedt. Voor dit boek onderzocht Tuckman meer dan 3.000 mensen die een relatie hadden waarin de ene partner ADHD heeft en de andere niet om beter te begrijpen wanneer deze relaties werken- en wanneer niet.
Een van de dingen die uit het onderzoek van Tuckman bleek, was dat personen met ADHD eerder hadden deelgenomen aan zowel consensuele nonmonogamie (d.w.z. in een soort van seksueel open relatie) als niet-consensuele nonmonogamie (d.w.z. vals spelen of ontrouw). Personen met ADHD toonden ook meer interesse in het hebben van een open relatie in vergelijking met hun niet-ADHD-tegenhangers.
Jusint Lehmiller vond deze bevindingen bijzonder interessant en interviewde Tuckman omtrent hoe hij dacht over personen met ADHD in een consensele niet-monogame relatie.
Meer nog stelde hij de vraag of polyamorie of andere vormen van consensuele nonmonogamie bijzonder geschikt zijn voor personen met ADHD. Het zou immers een tweesnijdend zwaard kunnen zijn.
Want polyamorie kan een uitdaging zijn voor mensen die problemen hebben met timemanagement, een kenmerk voor mensen met autisme. Wanneer je meer relaties moet beheren, zal dat uiteraard meer tijd kosten.
Ari Tuckman vond het een interessante benadering en is het eens Lehmiller gelijk heeft dat polyamoureuze relaties effectief beheren, veel communicatie en coördinatie vereist. Simpel gezegd kan dit een uitdaging zijn voor mensen met ADHD. Het is moeilijk genoeg voor hen om één partner gelukkig te houden, laat staan om twee of drie of meer gelukkig te houden.
Volgens Tuckman zouden mensen met ADHD het misschien juist beter doen in consensuele non-monogamie. Hij denkt dan vooral aan mannen met ADHD die veel hogere seksuele driften hebben dan hun niet-ADHD vrouwelijke partners en dan beter kunnen functioneren in een meer strikt seksuele niet-monogame relatie in plaats van een meer intieme, polyamoreuze regeling. Er zou zo minder complexiteit in de relatie ontstaan.
Het zou kunnen voldoen aan de behoeften van de partner met een hoger verlangen, terwijl het ervoor zorgt dat de partner met een lager verlangen niet constant achtervolgd en geduwd wordt om seks te hebben waar ze niet echt zin in hebben.
Vooral deze paren moeten echt veel dingen goed doen om dit zelfs te overwegen.
Bronnen
https://www.lehmiller.com/blog/2019/9/25/do-people-with-adhd-have-a-harder-time-with-monogamy