Hersenstimulatie bij overspel en seksverslaving?
SEKS- EN RELATIEONDERZOEK
Eind januari 2020 werd een onderzoek gepubliceerd waarbij bleek dat na hersenstimulatie studenten minder alcohol dronken. Het experiment werd uitgevoerd door Marie-Anne Vanderhasselt en haar collega’s waarbij jongeren werden uitgenodigd voor een beer tasting. Transponatie van deze gegevens stelt ons de vraag of het ook effectief zou kunnen zijn bij mannen/vrouwen die stelselmatig overspel spelen en/of seksverslaafd zijn.
Eerst iets over het alcoholonderzoek. De onderzoekers nodigden 45 studenten twee keer uit in het lab. De studenten waren gekend als zware drinkers met het risico om een verslavingsproblematiek te ontwikkelen. De studenten kregen, met twee dagen tussentijd, echte en nep-hersenstimulatie. De proefpersonen ondergingen tDCS, of transcraniële direct current stimulatie. Daarbij worden elektroden op het hoofd bevestigd, waardoor een zwakke elektrische stroom wordt gestuurd. Bij deze niet-invasieve neuromodulatie worden de zenuwbanen beïnvloed met behulp van elektrodes op de huid of via magnetische pulsen.
Vervolgens moesten ze een computertaak maken waarbij ze geld konden verdienen. Ten slotte mochten ze bier proeven en hun mening geven over de smaak. Ze mochten zoveel drinken als ze nodig vonden. Het oordeel over het bier deed er echter niet toe, de wetenschappers analyseerden vooral hoeveel bier ze dronken. Nadat ze echte hersenstimulatie hadden gekregen, bleken ze gemiddeld 18 milliliter minder bier te drinken dan nadat ze de nep-stimulatie kregen. Het was geen groot verschil maar toch significant genoeg om er conclusies aan te koppelen.
Vanderhasselt stipuleerde dat ze via deze niet-invasieve neurostimulatie de prefrontale dorsolaterale cortex stimuleerde. De prefrontale cortex, achter het voorhoofd, staat in voor de ratio en remt impulsief en intuïtief denken en handelen. De stimulatie maakt dat die rem sterker gaat inwerken en de proefpersonen meer controle krijgen over hun automatische neiging om te drinken. Alcohol drinken levert immers voor de persoon een ‘beloning’ op en maakt extra dopamine vrij, een neurotransmitter die er voor zorgt dat de persoon tijdelijk een geluksgevoel ervaart. De onderzoekers gaven wel aan dat neurostimulatie alleen niet helpt en vergezeld moet worden door therapie. De hersenstimulatie maakt het brein vatbaarder voor verandering, en dus zal de therapie daardoor een sterker effect hebben.
Ondertussen is bekend dat mensen met depressie geholpen kunnen worden met de andere vorm namelijk de diepe breinstimulatie waarbij electroden in de hersenen ingebracht worden. Niet alleen Parkinsonpatiënten zijn geholpen met een Deep Brain Stimulatie operatie, ook depressiepatiënten hebben baat bij deze innovatieve techniek. De diepe hersenstimulatie voor het behandelen van een depressie werkt op dezelfde manier als die voor het behandelen van Parkinson. Alleen het gebied in de hersenen waar de stemmingsstoornissen zitten is een ander gebied dan het gebied van bewegingsstoornissen. Dus er wordt ook een ander gebied met elektroden gestimuleerd.
Ook acupunctuur wordt soms ingezet om depressie of verslavingen te bedwingen. Men zou kunnen aannemen dat hier ook via neurostimulatie geprobeerd wordt om op natuurlijke wijze het serotoninegehalte te verhogen en zo de verslavingsdrang tegen te gaan.
Serotonine is een neurotransmitter met een overwegend inhiberende werking. Het is een tryptamine dat invloed heeft op het geheugen, stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie, seksuele activiteit en eetlust. Het speelt ook een rol bij de verwerking van pijnprikkels. Serotonine is een neurotransmitter die wordt afgegeven door serotonerge neuronen in de hersenen die naar verschillende onderdelen lopen, waaronder de prefrontale cortex (PFC). Dit gebied speelt een belangrijke rol bij onder andere verslaving en agressie. De cellichamen van de serotonerge neuronen liggen in en/of vlak bij de nuclei rhaphes en medulla oblongata. Serotonine werkt als regulator van het dopamine-systeem.
Het grootste probleem van verslaving is hervallen. Tot 85% van de alcoholverslaafden hervallen omwille van 3 redenen: Craving (drang tot de verslaving), Stress, Cues (prikkels die de craving opwekken).
Deze ‘drang’ of ‘craving’ is een essentieel onderdeel van verslaving. Het is de drijfveer van de verslaving. Craving is het hevige ‘hongergevoel’ waar mensen met een verslaving mee worstelen wanneer ze niet in staat zijn om aan de hunkering tegemoet te komen.
fMRI en EEG studies hebben aangetoond dat dit ‘craving-gevoel’ kan gelinkt worden aan abnormale hersenactiviteit in hersengebieden zoals de dorsale anterieure cingulate cortex (dACC), nucleus accumbens(NAcc), posterieure cingulate cortex (PCC) en de pregenuale anterieure cingulate cortex (pgACC).
Hoewel er amper onderzoek naar bestaat kan men zich afvragen of neurostimulatie op de niet-invasieve manier of desgevallend de invasieve manier nuttig zou kunnen zijn bij hardnekkig overspel/vreemdgaan en/of een seksverslaving. Gezien de vele positieve gevolgen van bestaand onderzoek lijkt het niet onwaarschijnlijk dat inderdaad hersenstimulatie mensen af kan helpen van hun drang om telkens maar vreemd te gaan of op hyperseksualiteit te bestrijden. Momenteel zijn er ook al geneesmiddelen die het libido onderdrukken en gebruikt worden als chemische castratie. Ook deze middelen werken in op de hersenen en het dopamine en serotoninegehalte. Misschien is er inderdaad toekomst in de al dan niet invasieve neurostimulatie in relatie- en seksuele situaties.
Het valt niet te ontkennen dat het brein vandaag de dag ‘hot’ is. Boekenwinkels en bibliotheken hebben een zeer ruim aanbod aan boeken over de hersenen. De neurowetenschappen zijn een wetenschappelijke branche in opmars. Niet alleen wetenschappers, maar ook ‘gewone’ mensen zijn in toenemende mate geïnteresseerd in het ontdekken van de mogelijkheden en beperkingen van onze hersenen.
Terwijl de interesse voor de hersenen ontzettend groot is, blijft het brein in grote mate ook nog een mysterie. Wetenschappers omschrijven de hersenen wel eens als de meest complexe machine die er bestaat. Een eenduidige handleiding voor deze machine bestaat (voorlopig) niet. Wat wel duidelijk is, is dat onze hersenen in feite het belangrijkste deel zijn van ons lichaam. Alles wat we denken, doen en laten, gebeurt immers door middel van onze hersenen. Sommigen beweren zelfs dat de ziel van de mens in de hersenen huist.
Dick Swaab citeert in de inleiding van zijn boek ‘Wij zijn ons brein’ Hippocrates, die reeds in de vijfde eeuw voor Christus het volgende schreef: “Het dient algemeen bekend te zijn dat de bron van zowel ons plezier, onze vreugde, gelach en vermaak, als van onze smart, pijn, angst en tranen, geen andere is dan de hersenen. Het is in het bijzonder dit orgaan dat ons in staat stelt te denken, te zien en te horen en het lelijke van het schone, het kwade van het goede, het aangename van het onaangename te onderscheiden. Het zijn de hersenen ook waar zich de zetel bevindt van waanzin en krankzinnigheid, van angsten en verschrikkingen die ons bestormen, dikwijls ’s nachts, maar soms zelfs overdag; daar ligt de oorzaak van slapeloosheid en slaapwandelen, van gedachten die niet willen komen, van vergeten verplichtingen en van zonderlinge verschijnselen.”
Het belang van onze hersenen kan moeilijk overschat worden. Aan de andere kant kan men zich de vraag stellen of het eenzijdig beklemtonen van onze hersenen als ‘locatie’ van onze identiteit (denk maar aan de titel van het boek ‘Wij zijn ons brein’) geen onrecht doet aan wie wij als mens zijn. Is het enkel ons brein dat ons maakt tot wie wij zijn?
Naarmate het onderzoek naar de hersenen vordert, en de wetenschappelijke mogelijkheden in onze hedendaagse maatschappij steeds groter worden, wat uiteraard heel wat positieve gevolgen heeft (bijvoorbeeld op het vlak van gezondheid en ziektebestrijding), komen hierbij ook meer en meer ethische vraagstukken aan de oppervlakte. Wat als we de hersenen van mensen kunnen programmeren? Wat als we crimineel gedrag of verslaving kunnen deleten uit de hersenen? Wat als we nare herinneringen uit de hersenen kunnen wegzappen? Kan de mens zich zoveel macht toe-eigenen? Wat zegt dit over de vrije wil?
De website Thomas van KULeuven stelt zich kritische vragen. Leidt het recente hersenonderzoek, waarbij steeds meer duidelijk wordt dat ons gedrag tenminste deels door onbewuste processen in onze hersenen gestuurd wordt, tot het verlaten van de idee van de vrije wil, ten voordele van een soort van biologisch of neurologisch determinisme, of blijven deze bevindingen compatibel met de gedachte dat mensen bij het maken van keuzes een zekere vrijheid hebben. Kunnen mensen onderworpen zijn aan neurologische beperkingen, zonder volledig gedetermineerd te zijn?
De technologische en medische vooruitgang opent vele poorten. Men kan zich de vraag stellen of sommige van deze poorten niet beter gesloten gehouden worden. Mag alles wat kan? Mag men de mogelijkheden van de neurowetenschappen grenzeloos gebruiken? Aan welke grenzen en voorwaarden dient de toepassing van deze wetenschappen te voldoen?
Waarom verzetten we ons tegen de reductie van het mentale leven tot een hersenactiviteit? Eén van de belangrijke redenen is het probleem van goed en kwaad. Waarom zou ik mij nog moe maken om trouw te zijn aan mijn partner als trouw of overspel toch biologisch bepaald zou zijn en op een bepaalde plaats in de hersenen of in een bepaalde hersenfunctie reeds vooraf zou vastliggen? Sterker nog: als alles door neurale processen en genetische structuren bepaald is, kunnen we dan nog wel spreken over goed en kwaad? Als iemand als pedofiel pedoseksuele handelingen stelt, dan hangt dat niet af van zijn vrije keuze en verantwoordelijkheid, dan is hij gewoon ‘gedoemd’ om te zijn wie hij is en om te doen wat hij doet. Het enige wat ons dan nog rest is hem zijn gedrag onmogelijk te maken door zijn hersenen van binnenuit te stimuleren, zodat hij geen schade berokkent en geen slachtoffers meer maakt.
Veronderstel nu dat een neurochirurg elektrische hersenstimulatie niet aanwendt om patiënten met OCS te behandelen, maar om mensen met een overdadig drank- of druggebruik van hun verslaving af te helpen. Vandaag bestaat er reeds een experimentele techniek waarbij bepaalde delen van de hersenen elektrisch gestimuleerd worden om abnormaal alcoholverbruik te beïnvloeden en het drinken onder controle te houden. Indien dit gebeurt door letsels te maken, rijst er geen probleem. Zodra het letsel gemaakt is, is de verslaving onder controle. Maar als een arts dat via elektrische stimulatie bewerkstelligt en de vrijheid van de patiënt respecteert door de verantwoordelijkheid over het gebruik van de stimulator te geven, creëert hij mogelijk wel een probleem. Want als de patiënt zich op een bepaald moment minder goed voelt en besluit de stimulator uit te schakelen, kan hij hervallen in zijn oude gewoonten.
“In feite berokken je een patiënt met een verslaving dus kwaad door hem de verantwoordelijkheid over de stimulator te geven, omdat je hem de sleutel in handen geeft om de deur naar zijn slechte gewoonten opnieuw op een kier te zetten”, concludeert professor Nuttin.
Er is een duidelijk verschil waar te nemen tussen de hersenen van een psychopaat en die van een ‘normaal’ mens. Dat volgde uit een onderzoek van de universiteit van Californië. De resultaten geven wellicht een antwoord op bepaald ‘afwijkend’ gedrag, maar doen ons nog veel dieper nadenken. Bestaat er zoiets als ‘agressieve genen’? Kunnen seriemoordenaars en verkrachters er niets aan doen? Kan pedofilie worden genezen? En wat moet een rechter met dit onderzoek?
De verschillen in de hersenstructuur kwamen aan het licht met behulp van dezelfde technologie die gebruikt wordt bij MRI- en PET-scans. Psychopaten zouden een zogenaamd ‘beschadigd brein’ hebben, waardoor ze anders gaan denken, reageren… Maar is zo’n ‘beschadigd brein’ dan een afdoend excuus voor zaken als moord, pedofilie, verkrachting…?
Er zijn zelfs al rechtszaken bekend waarin de verdediging zelfs na de schuldbekentenis pleit voor de vrijspraak of strafvermindering op basis van de ‘beschadigd brein’-theorie. ‘Mijn hersenen dwongen me om het te doen’, luidt het dan.
Een bekend voorbeeld is de zaak rond de Amerikaanse seriemoordenaar Brian Dugan. Hij riskeerde de doodstraf voor onder meer de verkrachting en de moord op een 10-jarig meisje, maar kreeg na onderzoek van zijn hersenen ‘slechts’ levenslang.
‘Het zorgwekkende is dat rechters – of toch sommige – zich in de toekomst niet meer zullen laten leiden door bewijzen, maar hun uitspraak baseren op basis van de neurologische tests’, zegt Colin Blakemore, professor neurologie van de universiteit van Oxford. Een test waarbij een groep rechters een hypotethische zaak voorgelegd krijgt, geeft de professor al gelijk. De rechters die geen neurologisch bewijs voorgelegd kregen, spraken zwaardere straffen uit dan de rechters die dat wel kregen.
Het onderzoek kan ook buiten de rechtbank grote gevolgen hebben. Als zaken als pedofilie het gevolg zijn van ‘iets’ in je hersenen, kan het dan met een chirurgische ingreep genezen worden? Zo simpel is het waarschijnlijk allemaal niet, maar toch zijn ook hier al voorbeelden van.
Na meer dan dertig jaar kinderarts geweest te zijn, werd de Italiaan Domenico Mattiello opgepakt wegens kindermisbruik. Een hersenscan bracht aan het licht dat Mattiello een 4 centimeter grote tumor op zijn hersenen had. ‘De tumor veranderde zijn gedrag’, zegt Pietro Pietrini, een specialist in genetica en psychiater. ‘In al die jaren zag hij tienduizenden kinderen en nooit was er een probleem. En na dertig jaar was hij dan plots een pedofiel?’ Het opmerkelijke is dat de pedofiele neigingen van Mattiello weg waren zodra hij de tumor had laten verwijderen. Omdat de voormalige kinderarts nog behandeld wordt tegen kanker, is zijn zaak nog niet voor de rechter verschenen.
Voorlopig roepen de resultaten van het onderzoek dan ook meer vragen op dan dat ze antwoorden bieden.
Bronnen
https://www.eoswetenschap.eu/psyche-brein/hersenstimulatie-houdt-je-van-de-drank-af
https://www.brai3n.com/aandoening/verslaving/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Serotonine
https://www.nature.com/articles/s41582-018-0128-2
https://www.kuleuven.be/thomas/page/verdwaald-in-het-brein/
De Standaard, 29 augustus 2012