Liefde is het mooist vanaf je 70ste

Geschatte tijd om tekst te lezen: 2 minu(u)t(en)

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

stevepb / Pixabay

Ze waren samen 177 jaar oud toen ze in november 2007 smoorverliefd in het huwelijk traden en daarmee haalden de Britse Peggy Clark en James Mason de wereldpers. De 84-jarige bruid vertelde over ‘het vuurwerk’ in haar buik toen ze haar geliefde voor het eerst zag. Kun je op hoge leeftijd nog net zulk vuurwerk voelen als toen je een puber was? Als alle lichaamsfuncties door veroudering achteruit gaan, werken toch ook de liefdeshormonen minder fanatiek?

Niets kan op tegen de fladderende vlinders in je buik, beter bekend als de prille verliefdheid? Niet als je Amerikaanse onderzoekers mag geloven. De Harvard-universiteit onderzocht sinds 1938 al op welke leeftijd liefde nu echt het mooist is, en het resultaat is verbluffend.

Tijdens het ‘Grant-onderzoek’ werden 268 mannen en vrouwen gevolgd. Elke twee jaar moesten de proefpersonen een enquête afleggen om te bepalen wanneer ze nu echt het gelukkigste zijn in hun leven. En wat blijkt: tot hun zeventigste valt heel dat liefdesgedoe nogal tegen. Maar dan komt het moment dat liefde écht mooi wordt. Vanaf hun 70ste keken de proefpersonen plots anders aan tegen liefde en hun partner. Ook het liefdesgeluk zou danig toenemen.

Lees meer

Delen

Geen seks voor huwelijk geeft betere relatie (volgens sommige religies)

Geschatte tijd om tekst te lezen: 2 minu(u)t(en)

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

Bron Josh Parsons www.unsplash.com

Onderzoekers van de religieuze Brigham Young University in de staat Utah zeggen het geheim voor een goed huwelijk ontdekt te hebben: geen seks voor het huwelijk. Volgens de onderzoekers zouden stellen die met seks wachten tot na het huwelijk uiteindelijk een sterkere relatie hebben dan stellen die in een eerder stadium van hun relatie seks hebben.

Volgens de studie hebben koppels die seks uitstellen tot na het huwelijk later een sterkere relatie. De universiteit is nauw verbonden aan de streng religieuze Mormoonse kerk. Studenten zijn gebonden aan een gedragscode die seks buiten het huwelijk verbiedt, net als gebruik van drugs of alcohol.

Uit het onderzoek, waarvoor ruim tweeduizend getrouwde stellen werden geïnterviewd, zou blijken dat koppels die wachten met seks tot na het huwelijk een veel betere relatie hebben dan stellen die er in een vroeger stadium van hun relatie mee begonnen.

Volgens de onderzoekers was de stabiliteit van de relatie van de koppels die wachten zelfs 22 procent hoger, de tevredenheid in de relatie lag 20 procent hoger en de kwaliteit op gebied van seks was 15 procent beter. Zelfs de communicatie tussen partners was 12 procent beter dan bij een stel dat al aan seks deed voor zij trouwden.

De wetenschappers geven aan dat een relatie met seks voor het huwelijk veel meer gebaseerd is op de fysieke kant en te weinig op vertrouwen, loyaliteit en toewijding, zo meldt Daily Mail.

Lees meer

Delen

Seksueel contact arts patiënt ?

Geschatte tijd om tekst te lezen: 5 minu(u)t(en)

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

valelopardo / Pixabay

Seksueel contact tussen hulpverleners (artsen, psychiaters, psychotherapeuten, tandartsen, …) en patiënten komt wel meer voor. Uiteraard gaat het dan niet altijd over aanranding of verkrachting. Er zijn ook klachten over hulpverleners die intieme gevoelens uiten tegenover de patiënt, seksuele opmerkingen maken, foto’s maken van hun patiënten of ze begluren.  In België is onderzoek schaars, in Nederland gebeurde in 2002 onderzoek.

Onderzoek

Want wat als het allemaal niet meer zo onschuldig is? Het blad, het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, publiceerde een onderzoek onder bijna 1000 huisartsen naar de mate waarin zij zich seksueel aangetrokken voelden tot een patiënt en of het ooit daadwerkelijk tot seksueel contact met een patiënt had geleid. Driekwart van de mannelijke en één op de drie vrouwelijke huisartsen gaf aan zich ooit wel eens seksueel aangetrokken te hebben gevoeld tot een patiënt. Dit had bij 4,3 procent van de mannelijke en bij 0,8 procent van de vrouwelijke huisartsen tot seks geleid.

In de periode februari-mei 2002 werden vragenlijsten toegezonden aan een aselecte steekproef van huisartsen (n = 1250). Deelname was anoniem.

Er reageerden 977 huisartsen (respons: 80). Onder hen waren relatief veel vrouwen en huisartsen van 50 jaar of jonger. Van de 977 huisartsen hadden 32 ooit seksueel contact met een patiënt gehad: 30/695 (4,3) van de mannelijke en 2/247 (0,8) van de vrouwelijke huisartsen. Bij 24 (75) van hen had coïtus plaatsgevonden. Van de 32 daders hadden 11 (34) met 2 of meer patiënten seksueel contact gehad. Van de 30 mannelijke daders beoordeelden 20 (67) achteraf het gedrag positief voor zichzelf en 22 (73) voor de patiënt. Het seksueel contact met een patiënt kwam vaker voor bij mannen die tijdens het onderzoek ouder dan 50 jaar waren.

Uit een onderzoek uit 1979 blijkt dat in Canada ongeveer acht procent van alle vrouwen minimaal een keer seksueel misbruikt of lastiggevallen wordt door een hulpverlener en dat gemiddeld tien procent van alle hulpverleners ooit seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft gesteld. Een onderzoek uit 1977 toonde dan weer aan dat gemiddeld vijf procent van de hulpverleners ooit geslachtsgemeenschap had met een patiënt. Het zijn vooral mannelijke hulpverleners tussen de 38 en 52 die seksuele contacten hebben met patiënten, hoewel ook vrouwelijke hulpverleners het doen.

De daders hebben vaak een belangrijke positie, hebben een charismatische persoonlijkheid en zijn professioneel geïsoleerd. In meer dan vijftig procent van de gevallen zijn de daders hulpverleners die lijden aan een psychiatrische stoornis, soms in combinatie met een psychosociale stoornis.  Het initiatief tot seksueel contact komt in tachtig procent van de gevallen van de hulpverlener zelf, maar het kan uiteraard ook van de patiënten zelf komen. In de psychotherapie komt het vaak voor dat patiënten de hulpverleners beginnen te kussen, met hem beginnen te flirten. Ze ontwikkelen positieve overdrachtsgevoelens en verwarren dit met verliefdheid. Het is dan zaak om daar als hulpverlener niet op in te gaan. Doet hij het toch, dan is er sprake van tegenoverdracht.  Het misbruik zelf duurt soms jarenlang. Sommige hulpverleners proberen het slachtoffer stapsgewijs aan zich te binden, het slachtoffer afhankelijk te maken.  In veel gevallen wordt het misbruik geleidelijk aan opgebouwd. Het begint met licht verleidingsgedrag en het gaat langzaam over in verregaande seksuele contacten.

Ook vrouwelijke plegers.

Minder dan mannen, maar hun aandeel is ook niet gering. Van de hulpverleners die het doen, is één op de vijf een vrouw. En hun slachtoffers zijn meestal vrouwen.  Alhoewel een vrouwelijke dader vaker de krantenkoppen haalt,  zijn ze toch nog taboe. Klachten over vrouwelijk daderschap worden vaak gebagatelliseerd en er wordt met ongeloof en verbijstering op gereageerd. Een vrouw als seksueel misbruikster bestempelen, ligt moeilijk : het ‘vrouw zijn’ en haar sociologische rol als ‘moeder/zorger’ is tegengesteld aan het idee van misbruik.

Seksueel misbruik door vrouwelijke hulpverleners wordt ook verzacht en verbloemd door wetenschappers en media. Amerikaanse media beschrijven de verschillende gevallen van seksueel misbruik van vrouwen met minderjarige jongens vaak als ‘het hebben van een relatie’ en niet als misbruik.  Volgens sommige wetenschappers zou seksueel misbruik door vrouwelijke hulpverleners minder op macht berusten en zouden vrouwelijke daders minder agressief te werk gaan. (Marijke Weeewauters in Lief en Leed 2)

De door de KNMG laatstelijk in 2002 gewijzigde tekst van wat ooit het blauwe boekje met gedragsregels voor artsen was, is overduidelijk: ‘De arts dringt niet verder door tot de privé-sfeer van de patiënt dan in het kader van de hulpverlening noodzakelijk is.

Ethische code

De arts onthoudt zich van contacten van seksuele aard binnen de hulpverlening. Verbale of lijfelijke intimiteiten zijn niet toegestaan.’
Dat een arts zich wel eens seksueel aangetrokken voelt tot een patiënt(e) is in vaak haast onvermijdelijk. Wees je van die gevoelens echter direct bewust en trek zonder pardon en ter voorkoming van erger, onmiddellijk aan de noodrem. Trek je terug in je zuiver professionele rol, neem desnoods afstand en laat je niet – letterlijk – verleiden tot meer. Niks glaasje wijn drinken, niks na-visite, niks ‘voor de gezelligheid’, niks overbodige controle of ander vermeend onschuldig en grensnaderend gedrag. Geen patiënt zit te wachten op uw persoonlijke ontboezemingen. De arts-patiëntrelatie lijkt tegenwoordig dan wel een meer gelijkwaardige relatie, maar is dat natuurlijk helemaal niet.

De KNMG geeft met haar gedragsregels richtlijnen voor de arts. Deze richtlijnen gelden niet alleen, maar wel in het bijzonder, voor de arts-patiëntrelatie. Zo is er een gedragsregel aangenomen die stelt dat artsen zich moeten onthouden van seksueel contact met hun patiënt: ‘De arts dringt niet verder door tot de privésfeer van de patiënt dan in het kader van de hulpverlening noodzakelijk is. De arts onthoudt zich van contacten van seksuele aard binnen de hulpverlening. Verbale of lijfelijke intimiteiten zijn niet toegestaan.’

Brochure

In deze brochure staat beschreven wat er van artsen verwacht wordt ten aanzien van het vermijden van seksueel contact met patiënten, wat ‘seksueel contact’ en ‘verbale en lijfelijke intimiteiten’ nu precies inhouden en worden voorbeelden gegeven die duidelijk laten zien welke valkuilen een arts daarbij moet vermijden.

Lees hier de ethische code voor artsen

 

Referenties
Leusink PM, Mokkink HGA, Seksueel contact tussen huisarts en patiënt: prevalentie en risicofactoren. Ned Tijdschr Geneeskunde 2004; 148: 778-82.
Hoogervorst wil huisartsen aanspreken op seksuele moraal. de Volkskrant 19 april 2004, pag 2.
Meijman FJ, Seksueel contact tussen arts en patiënt. Ned Tijdschr Geneeskunde 2004; 148: 765-7.

Lief en leed 2. Seks en relaties anders bekeken.  Sensoa Publicaties. Garant

 

Bronnen

http://www.tijdschriftvoorseksuologie.nl/archief/tvs1983-2/rn221298.pdf

http://www.medischcontact.nl/archief-6/Tijdschriftartikel/58070/Seks-met-een-patient.htm

https://www.ntvg.nl/artikelen/seksueel-contact-tussen-huisarts-en-pati%C3%ABnt-prevalentie-en-risicofactoren

http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20121010_00329895

http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20121010_00329895

Delen

Liefde op het eerste zicht. Bestaat het echt?

Geschatte tijd om tekst te lezen: 5 minu(u)t(en)

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

Bron pl.wikipedia.org Mendes

Je bent met je telefoon bezig, plots kijk je omhoog en zie je de man van je leven staan. Het klinkt te goed om waar te zijn, maar als we de wetenschap mogen geloven, kan het dus wel.

Liefde op het eerste gezicht is een situatie waarin je in een relatie bent met iemand, die vanaf het moment dat hij jou zag al wist dat hij zich aangetrokken tot je voelde – en waarbij jij dat zelf ook had.

Liefde op het eerste gezicht: wat zegt de wetenschap? Een studie (1) heeft onderzocht wat liefde in de hersenen teweegbrengt en wat nu precies de mechanismen ervan zijn. De onderzoekers bestudeerden daarvoor de hersenactiviteit van de deelnemers op het moment dat ze voor zich de persoon te zien kregen waarop ze verliefd waren.
Dat is wel niet helemaal hetzelfde als liefde op het eerste gezicht, maar je kunt van een vrijwilliger moeilijk vragen dat hij verliefd wordt terwijl hij onder de scanner ligt (een MRI)!

Volgens de universiteit van Freiburg weet je al na een milliseconde of iemand leuk is of niet. Psycholoog Bastian Schiller deed onderzoek naar de onbewuste processen die we gebruiken om sociale gegevens zoals sympathie of afkeer te beoordelen. Je kan dus ook weten of iemand niet je ding is na slechts enkele seconden.
Om dit te onderzoeken, maakten Schiller en zijn team gebruik van de ‘Implicit Association Test’. Dit is een psychologische test waarbij men de sterkte van iemands automatische reactie gaat testen. Zo kunnen ze zien hoeveel tijd een persoon nodig heeft om een beeld te vormen over iemand anders.

Uit het experiment bleek dat verliefd worden maar liefst twaalf hersenzones in werking zet. Die zones scheiden stoffen af die een euforisch gevoel opwekken. Het gaat meer bepaald om dopamine, ocytocine, adrenaline en vasopressine. Bij mensen die verliefd worden, blijkt ook de NGF (Nerve Growth Factor) hoger te zijn.

Lees meer

Delen

Kinderen en echtscheiding

Geschatte tijd om tekst te lezen: 2 minu(u)t(en)

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

Spelende_kinderen_Harrie_Sterk_Dorpsstraat_Vleuten

Bron commons.wikimedia.org

Kinderen ondervonden in 2013 18 procent meer loyaliteitsconflicten ten op zichte van hun ouders dan 4 jaar eerder. ‘Ze hebben vaker het idee dat ze tussen hun vader of moeder moeten kiezen,’ zegt Spruijt. Met kinderen gaat het daardoor duidelijk slechter, ze hebben meer problemen op school en kunnen sneller last krijgen van depressieve gevoelens.

In 2009 is in Nederland de wet voor echtscheidingen juist gewijzigd om problemen bij scheidingskinderen te verminderen. De nadruk moest liggen op gelijkwaardig ouderschap. Volgens Spruijt werkt dat doorgaans alleen als de taken voor de scheiding al gelijkwaardig waren verdeeld tussen beide ouders. ‘Een vader die wegens een drukke baan minder vaak aanwezig was, kan dat gelijkwaardig ouderschap na een scheiding opeens opeisen. Uit angst- of wraakgevoelens.’

Kinderen voelen zich vaker dan ooit verscheurd als hun ouders in een scheiding liggen. Ouders maken ten opzichte van 2009 ook meer ruzie……Dat blijkt uit onderzoek van Ed Spruijt van de Universiteit Utrecht en pedagoge Helga Kormos onder 2414 waarvan 450 scheidingskinderen, dat morgen gepresenteerd wordt op het congres ‘Stop de Vechtscheiding’.

Kinderen ondervonden vorig jaar 18% meer loyaliteitsconflicten ten opzichte van hun ouders dan 4 jaar eerder.“Ze hebben vaker het idee dat ze tussen hun vader of moeder moeten kiezen”, aldus echtscheidingsspecialist Spruijt.

“Met kinderen gaat het daardoor duidelijk slechter, ze hebben meer problemen op school en hebben sneller last van depressieve gevoelens.”

Lees meer

Delen

Seksmythes

Geschatte tijd om tekst te lezen: 12 minu(u)t(en)

Bron unsplash.com

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

We hebben ze allemaal met het nodige amusement gelezen: de vele ‘onderzoeken’ over seksgerelateerde items. Zo geloven we sindsdien dat seks voor een wedstrijd inderdaad slecht is en dat de grootte van de mannenvoeten ook een aanwijzing voor een andere grootte is. Al blijken de meeste onderzoeken nu pure onzin te zijn.

1 Grote voeten, groot …

Heel wat vrouwen geloofden er steevast in dat ze hun volgende bedpartner konden selecteren aan de hand van de grootte van de schoenen, de handen, de vingers of de neus. Onzin. Uit onderzoeken blijkt inderdaad dat hetzelfde gen verantwoordelijk is voor de groei van zowel de voeten, handen, neus als het mannelijke lid, maar dat wil niet zeggen dat ze daarom evenredig groeien. Grote handen betekenen dus niet noodzakelijk een even grote verrassing in de boxershort.

2 Mannen hebben hun seksuele piek op hun 18de, vrouwen op hun 28ste

Het klopt dat mannen rond die tijd een hoger niveau van testosteron in hun lichaam aanwezig hebben, maar een hoog testosterongehalte betekent nog niet dat je ook je seksuele piek op dat moment bereikt. Uit cijfers blijkt zelfs dat mannen meer seks op hun 40ste hebben dan mannen op hun 20ste.

3 Seks helpt je gewicht te verliezen

Seks is een goede vervanging voor sport? Met een potje seks van 30 minuten verbrand je ongeveer 80 tot 150 calorieën. Dat is natuurlijk altijd mooi meegenomen, maar je kunt seks geen ‘sporten’ noemen. De tijd dat je hartslag zodanig omhoog gaat door je inspanning is daar namelijk veel te kort voor. Je zou al heel wat gedurfde trucjes moeten uithalen en uren bezig moeten blijven vooraleer je effectief een goede work out hebt gehad.

4 Mannen denken elke 7 seconden aan seks

Mannen zouden iedere 7 seconden aan seks denken, oftewel evenveel als ze ademhalen. Dat zou heel wat mannen echter volledig gek maken, om nog maar te zwijgen van het gebrek aan functioneren dat daaruit zou voortvloeien. De halve wereld zou in zo’n geval op z’n kop staan. Onderzoek heeft uitgewezen dat mannen ongeveer negentien keer per dag aan seks denken.

Het lijkt alleen maar alsof mannen meer zin hebben in seks dan vrouwen. Heel wat factoren hebben een invloed op “de zin” bij vrouwen. Zo moeten wij meestal nog een heel huishouden zien te beredderen naast onze dagtaak. ‘s Avonds gebeurt het dan wel al eens dat we gewoon te moe zijn om zin te hebben. Ook de hormonen kunnen ervoor zorgen dat je gedurende een bepaalde periode meer of minder zin hebt in seks. Bovendien is het voor heel wat vrouwen belangrijk om seks niet los te koppelen van emoties, iets wat mannen wel beter kunnen.

5 Oesters zijn een afrodisiacum

Oesters werden altijd gezien als een lustopwekkend voedingsmiddel. Die mythe komt voort uit de oudheid, toen de Griekse godin van de liefde, Aphrodite op een oesterschelp werd afgebeeld. Nadien haalden schrijvers er hun inspiratie uit om Casanova dagelijks bij het ontbijt 50 oesters te laten eten om zijn libido al van de vroege ochtend aan te wakkeren. Mooi verhaaltje, maar het is dan ook effectief niet meer dan dat.

Lees meer

Delen

Door dating apps meer kans op SOA

Geschatte tijd om tekst te lezen: 3 minu(u)t(en)

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

gay sex

Bron commons.m.wikimedia.org

Mannen die hun bedpartner ontmoeten via een datingapp lopen een aanzienlijk groter risico op seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) dan mannen die hun partner persoonlijk ontmoeten. Digitale daters hebben maar liefst 25 procent meer kans op gonorroe en 37 procent meer kans op chlamydia.

Zo blijkt uit een nieuwe studie onder ruim 7000 homo- en biseksuele mannen, gepubliceerd in het tijdschrift Sexually Transmitted Infections. Gek genoeg lijkt er geen verschil tussen de groepen als het gaat om syfilis of HIV.

Onderzoekers Matt Beymer: ”Technologie heeft veel voordelen, maar ook bepaalde risico’s. We willen toch wel graag dat homo- en biseksuele mannen op de hoogte zijn van het potentiële risico dat ze lopen wanneer ze zich via apps als Grindr in de datingwereld storten.”

De ondervraagde groep mannen werd gevraagd een vragenlijst in te vullen over onder andere hun seksleven. Vierendertig procent van de deelnemers aan de studie ontmoette weleens (bed)partners via persoonlijke sociale netwerken, terwijl 30 procent vaak ook verder keek op het internet en buiten de eigen sociale kring.

Beymer verzamelde zijn gegevens via een SOA-testcentrum in Los Angeles, dus hij geeft toe dat zijn bevindingen wellicht niet gelden voor mannen in andere steden. Toch benadrukt de wetenschappers dat de uitkomsten aantonen dat hoewel de apps het vinden van bedpartners wellicht makkelijker maken, ze ook ‘onbedoeld een netwerk kunnen creeëren van mensen die een hoger risico lopen op een soa’.

Tegenover de Huffington Post legt Beymer uit: ”Ons doel is niet om deze apps te stigmatiseren, we willen gewoon graag dat homo- en biseksuele mannen zorgvuldig en veilig de liefde bedrijven.”

Lees meer

Delen

Vreemd gaan is niet uitzonderlijk

Geschatte tijd om tekst te lezen: 3 minu(u)t(en)

Bron hashtagsroom.com

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

De enige diersoort in de wereld die vooralsnog echt monogaam blijkt te zijn is de diplozoon paradoxum. Een eencellig diertje, dat parasiteert in de ingewanden van sommige vissen. De diplozoon paradoxum versmelt als larve samen met een partner. De twee worden letterlijk één en blijven elkaar trouw tot de dood hen scheidt. Dat is wanneer hun zwemmende behuizing sterft.

De overige diersoorten kunnen alleen overleven door in hun relaties enig opportunisme aan de dag te leggen. Ze worden geboren met de bereidheid zich niet blind te staren op één partner. Die kan namelijk voortijdig sterven, gek worden of minder geschikt blijken dan op het eerste gezicht leek. Deze bereidheid garandeert een hogere kans op voortplanting.

Biologen hebben een simpele regel ontdekt: hoe groter de verschillen in gewicht tussen mannetjes en vrouwtjes, hoe polygamer deze diersoort is. Als de mannetjes van een diersoort relatief groot zijn duidt dit erop dat de vrouwtjes steeds voor de grootste en sterkste partners gingen, dat de grootte van de man evolutionair werd beloond en dat ze daardoor alsmaar groter werden. Zo kun je verklaren dat mannelijke walrussen soms vier keer het gewicht hebben van de gemiddelde vrouwelijke walrus. Ze kunnen door zo’n mannetje verpletterd worden, maar toch kiezen ze de grootste die ze kunnen krijgen.

Lees meer

Delen

Seks en agressie met elkaar verbonden

Geschatte tijd om tekst te lezen: 2 minu(u)t(en)
argument-238529_640

Bron commons.wikimedia.org

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

Amerikaanse wetenschappers hebben in de hersenen van muizen een verbinding aangetroffen tussen seksueel en agressief gedrag. Mensen hebben mogelijk eenzelfde soort verbinding in hun brein.
Een klein groepje neuronen in het brein van muizen wordt zowel actief bij het paren als bij het vechten met soortgenoten. Waarschijnlijk zorgt het hersengebiedje ervoor dat hersenciruits voor agressief gedrag worden uitgeschakeld tijdens de geslachtsgemeenschap.

Dat schrijven onderzoekers van de New York University en het California Institute of Technology in het wetenschappelijk tijdschrift Nature.Volgens de wetenschappers is de kans groot dat mensen eenzelfde soort verbinding in hun brein hebben, omdat de hersenen van muizen en mensen in grote lijnen vergelijkbaar zijn.

“Het hersencircuit voor paring werkt door de beschreven verbinding als een soort toegangspoort voor het agressiecircuit in het brein”, verklaart hoofdonderzoekster Dayu Lin in het Britse tijdschrift New Scientist. “Het onderdrukt de neuronen die betrokken zijn bij agressief gedrag als er een potentiële sekspartner in de buurt is.”

De wetenschappers kwamen tot hun conclusies door experimenten met muizen. Ze maakten hersencellen die betrokken zijn bij agressief gedrag gevoelig voor licht door middel van een virus. Daardoor konden ze deze neuronen in het muizenbrein op commando activeren door licht op de dieren te schijnen.

Wanneer de wetenschappers de ‘agressiecellen’ inschakelden, gedroegen de muizen zich agressief tegen alle soortgenoten die ze tegenkwamen. Er was echter één uitzondering.

Als de dieren seksueel gedrag vertoonden met vrouwtjes en de wetenschappers vervolgens hun agressiecellen activeerden, had dit geen effect meer. De dieren gingen dan gewoon door met paren en vielen de vrouwtjes niet aan.

Volgens de wetenschappers zorgt de verbinding tussen seks en agressie in het muizenbrein er vooral voor dat de mannelijke dieren een gepaste reactie vertonen op indringers in hun territorium.

Lees meer

Delen

Minder vergevingsgezind zijn is relatiebevorderend

Geschatte tijd om tekst te lezen: 3 minu(u)t(en)

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

Het is beter voor je relatie rancuneus te zijn wanneer je partner zich slecht gedraagt dan hem te vergeven, dat blijkt uit  onderzoek.

Anemone123 / Pixabay

Onderzoeker James McNulty volgde pasgetrouwde partners gedurende een week. Daaruit blijkt dat degenen die hun partner vergaven, dubbel zoveel kans hadden dat hij zich slecht gedroeg de volgende dag dan bij degenen die boos bleven. “Wanneer iemand na een misstap hoort “Het is oké, schat”, dan gaat hij op basis hiervan misschien nog meer slechte beoordelingen maken”, aldus onderzoeker James McNulty. “Je voelt je misschien beter als je je partner vergeeft, maar het is belangrijk dat je nadenkt wat er gebeurt op lange termijn.”

“Ik bestudeerde het verschil tussen de neiging van mensen om hun partner te vergeven en om lichamelijk en verbaal agressief te zijn. Wanneer je minder vergevingsgezind zijn, krijg je minder met lichamelijke en verbale agressiviteit van je partner te maken”, besluit McNulty.

Ondanks literatuur die talloze positieve implicaties van vergeving documenteert, weten wetenschappers heel weinig over de mogelijke negatieve implicaties van vergeving. In het bijzonder kan de neiging om vergeving te uiten ertoe leiden dat overtreders zich opnieuw beledigd voelen door ongewenste gevolgen voor hun gedrag te verwijderen (bijvoorbeeld woede, kritiek, afwijzing, eenzaamheid) die anders recidiveren zou ontmoedigen.

In overeenstemming met deze mogelijkheid onthult McNulthy in een longitudinale studie van pasgetrouwde koppels een positief verband tussen de verslagen van echtgenoten over hun neiging om hun partners te vergeven en verslagen van psychologische en fysieke agressie van die partners. Meer in het bijzonder, hoewel echtgenoten die aangaven relatief vergevingsgezinder te zijn, psychologische en fysieke agressie ervaarden en stabiel bleven gedurende de eerste vier jaar van het huwelijk, ervoeren echtgenoten die aangaven relatief minder vergevingsgezind te zijn, in de loop van de tijd achteruitgang in beide vormen van agressie. Deze bevindingen vergezellen slechts een paar anderen in het aantonen dat vergeving geen wondermiddel is.

Lees meer

Delen
1 300 301 302 303 304 307