Ontwikkeling van romantische relaties en seksualiteit van Nederlandse adolescenten in context: Project STARS
SEKS- EN RELATIEONDERZOEK
Waarom heeft het ene kind al verkering, terwijl het andere nog nooit verliefd is geweest?
Hoe komt het dat sommige jongeren eerder bezig zijn met seksualiteit dan anderen? Waarom hebben sommige jongeren vervelende ervaringen op dit gebied en andere niet?
Hoewel er in Nederland relatief veel aandacht wordt besteed aan relationele en seksuele vorming van kinderen en jongeren, zijn er nog altijd veel vragen. In het licht van bovenstaande en andere belangrijke vragen zijn onderzoekers van de Universiteit Utrecht en de Rijksuniversiteit Groningen in 2011 begonnen met Project STARS (Studies naar Trajecten van Adolescente Relaties en Seksualiteit). Project STARS is een grootschalig landelijk onderzoek naar puberteit, verliefdheid, romantische relaties en seksualiteit. Het doel van Project STARS is om de relationele en seksuele ontwikkeling van jongeren in Nederland in kaart te brengen. Daarbij wordt ook gekeken naar de invloed van individuele kenmerken, de directe sociale omgeving en de media op deze ontwikkeling. Vragen die in het onderzoek centraal staan zijn:
“Hoe verloopt de relationele en seksuele ontwikkeling van jongeren tijdens de adolescentie?”
“Welke verschillen zijn er in deze ontwikkeling tussen jongens en meisjes, jongeren met verschillende culturele achtergronden en jongeren van verschillende onderwijsniveaus?”
“Welke rol spelen puberteit, persoonlijkheid, opvoeding, leeftijdsgenoten en internetgebruik bij deze ontwikkeling?”
Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden hebben de Project STARS onderzoekers tussen 2011 en 2013 gegevens verzameld van 1297 jongens en meisjes in de leeftijd van 11 tot en met 18 jaar. Deze jongeren, afkomstig van basisscholen en middelbare scholen in heel Nederland, hebben vier keer een vragenlijst ingevuld over een periode van twee jaar. Door deze jongeren over tijd te volgen, kan Project STARS als eerste grootschalige onderzoek in Nederland daadwerkelijk kijken naar relationele en seksuele ontwikkeling. Bovendien heeft een deel van de deelnemende jongeren (en hun ouders!) tijdens het onderzoek meegedaan aan enkele kleinschalige dieptestudies, zoals bijvoorbeeld interviews of het bijhouden van logboeken. Met dieptestudies kan een gedetailleerder beeld verkregen worden van de processen en ervaringen omtrent de relationele en seksuele ontwikkeling tijdens de adolescentie.
Het Project STARS (Studies naar Trajecten van Adolescente Relaties en Seksualiteit) is een longitudinaal onderzoeksprogramma naar de ontwikkeling van romantische relaties en seksualiteit van adolescenten in Nederland, dat werd uitgevoerd tussen 2010 en 2015 en werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Seksualiteit (FWOS) in het kader van het NWO-programma Jeugd en Gezin. Het onderzoeksprogramma bestond uit vier aan elkaar gerelateerde deelprojecten. In elk van deze deelprojecten werd gebruik gemaakt van longitudinale gegevens van 1.297 adolescenten. Daarnaast zijn binnen de deelprojecten verschillende kwantitatieve en kwalitatieve verdiepingsstudies uitgevoerd.
Het doel van dit onderzoeksprogramma was om de ontwikkeling van seksualiteit en romantische relaties van Nederlandse jongeren in kaart te brengen. Er werd naar gestreefd om een aantal beperkingen in de bestaande onderzoeksliteratuur over de seksuele ontwikkeling van jongeren op te heffen door: 1) seksualiteit breed te definiëren, 2) de ontwikkeling van seksualiteit en romantische relaties in samenhang met andere individuele en sociale factoren/contexten te onderzoeken,
3) de romantische en seksuele ontwikkeling van jon- geren over de tijd te volgen, en 4) middels kleinschaligere kwalitatieve en kwantitatieve dieptestudies meer diepgaand inzicht te krijgen in de processen die een rol spelen bij de ontwikkeling van seksualiteit en romantische relaties. In de volgende paragrafen worden deze vier aspecten in meer detail toegelicht.
Het onderzoek naar de seksualiteit van jongeren kan grofweg ingedeeld worden in twee onderzoekslijnen. In één onderzoekslijn wordt seksualiteit van jongeren bestudeerd vanuit het “risico-perspectief”, waarin seksuele activiteit van jongeren wordt gezien als potentieel gevaarlijk en schadelijk (Fergus, Zimmerman, & Caldwell, 2007). Deze lijn van onderzoek is van groot belang, gezien de relatief hoge prevalenties van SOA’s en ongewenste tienerzwangerschappen in landen zoals Groot-Brittannië en de Verenigde Staten (Finer, 2010) en heeft ook belangrijke kennis opgeleverd over preventie- en interventiestrategieën die zijn gericht op de bevordering van de seksuele gezondheid van jongeren.
In de andere onderzoekslijn wordt seksualiteit beschouwd als een normatief aspect van de algemene ontwikkeling tijdens de adolescentie (Tolman & McClelland, 2011). In deze groeiende lijn van onderzoek hebben wetenschappers niet alleen aandacht voor de potentieel riskante aspecten van seksueel gedrag van jongeren, maar streven zij er ook naar om beter te begrijpen hoe de meerderheid van de jongeren zich ontwikkelt op seksueel gebied, hoe seksuele ervaringen ook een positieve invloed hebben op andere aspecten van ontwikkeling (Vasilenko, Ram, & Lefkowotz, 2011) en hoe ouders, docenten en andere professionals verantwoordelijke, veilige en positieve seksuele ontwikkeling kunnen bevorderen (Wight & Fullerton, 2013). Beide onderzoekslijnen hebben hun waarde: seksuele activiteit van jongeren is normatief en niet inherent riskant, maar tegelijkertijd zijn er ook potentiële risico’s. In Project STARS hebben we gepoogd om beide kanten, zowel het “normatieve” als het “risico” perspectief, te belichten.
Een tweede kenmerk van veel onderzoek naar seksualiteit van jongeren, met name van de risico-georiënteerde onderzoekslijn, is dat het grotendeels gaat over seksueel gedrag en specifiek (de timing van) geslachtsgemeenschap. Er is relatief weinig aandacht voor cognitieve of emotionele aspecten van de seksuele ontwikkeling van jongeren (Zimmer-Gembeck & Helfand, 2008). Daardoor weten we nog altijd weinig over waarom jongeren beginnen aan seks of hoe zij seks ervaren. In Project STARS werden verschillende facetten van de seksualiteit van adolescenten onderzocht: niet alleen wat jongeren doen (gedragingen), maar ook hoe zij erover denken (cognities) en hoe zij seksualiteit ervaren (emoties). Seksueel gedrag betreft expliciete seksuele handelingen, waaronder masturberen, zoenen, elkaar aanraken, en het hebben van geslachtsgemeenschap. Seksuele cognities verwijzen naar attitudes en kennis, seksuele verwachtingen en zelfvertrouwen. Daarnaast werd onderzocht hoe jongeren seks beleven en welke gevoelens zij hebben ten aanzien van seksualiteit, bij- voorbeeld plezier, schaamte, angst en schuldgevoel. Omdat de seksuele ontwikkeling veelal een relationeel proces is, werd bovendien ook gevraagd naar ervaringen met verliefdheid en verkering.
De vier meetmomenten waren verspreid over een periode van 18 maanden: het eerste meetmoment vond plaats in het najaar van 2011, het tweede in het voorjaar van 2012, het derde in het najaar van 2012, en het laatste in het voorjaar van 2013. Bij elke meting vulden de deelnemende jongeren een online vragenlijst in; dit gebeurde in de klas en tijdens reguliere schooltijden. De onderzoekers waren bij elke afname aanwezig om uitleg over de studie en de procedure te geven, vragen van jongeren te beantwoorden, toezicht te houden op de gang van zaken, en te zorgen voor een maximale privacy. Na elke ingevulde vragenlijst ontvingen de jongeren een boekenbon die in waarde steeg bij elke meting (€5,- op T1, €7,50 op T2, €10,- op T3, en €12,50 op T4).
De totale longitudinale steekproef bestond uit 1.297 jongeren (46,7% meisjes) die op T1 tussen de 10 en 18 jaar oud waren (M = 13,7; SD = 1,4). De meeste jongeren (n = 1.132) zaten op de middelbare school: 430 in het VMBO en 640 in de HAVO en het VWO. Daarnaast namen ook 165 kinderen uit groep 8 van de basisschool deel aan de studie. Wat betreft etnische achtergrond (op basis van geboorteland van de ouders) was de steek- proefverdeling als volgt: 74% Nederlands, 10% Wester- se achtergrond en 16% niet-Westerse achtergrond. Op het eind van de studie waren volledige gegevens (alle vier meetmomenten) verzameld van 872 adolescenten (67,2%). Daarnaast hadden 227 adolescenten (17,5%) gegevens gerapporteerd op drie meetmomenten, en 154 (11,9%) voor twee meetmomenten.
Vroeg seksueel debuut brengt potentiële risico’s met zich mee, zoals onveilige en ongewenste seksuele ervaringen. Deze longitudinale studie onderzocht de gezamenlijke en relatieve rol van biopsychosociale factoren in de timing van seksueel debuut. Nederlandse adolescenten (n = 366) vulden drie keer vragenlijsten in (interval: één jaar). Voor de ancova’s en logistische regressieanalyses (apart uitgevoerd voor jongens en meisjes) zijn twee groepen gemaakt: debuut <16 en debuut ≥16. In lijn met het biopsychosociale model werden significante effecten gevonden voor zowel individuele als sociale factoren. Wanneer deze factoren tegelijkertijd werden onderzocht, bleek dat, zowel voor meisjes als voor jongens, leeftijdgenoten de meest belangrijke voorspellers waren van vroeg seksueel debuut.
De resultaten tonen aan dat adolescenten die een betere relatie met hun ouders hadden minder intentie hadden om seks te hebben, op latere leeftijd met seks begonnen, en bovendien via een hogere zelfwaardering ook meer positieve emoties ervoeren na seks. Terwijl adolescenten die vaker met ouders praatten over seks later meer seksueel actief waren, had de frequentie van seksuele communicatie geen effect op de seksuele intentie van seksueel onervaren adolescenten. Adolescenten die intensiever omgingen met leeftijdgenoten, die dachten dat hun vrienden meer seksueel actief waren en het hebben van seks meer goedkeurden, en die meer druk van leeftijdgenoten ervoeren om seks te hebben, waren zelf ook meer en eerder seksueel actief. Bovendien dachten jongeren die meer deviante gesprekken over seks hadden met hun vriend(inn)en dat hun leeftijdgenoten het hebben van seks meer goedkeurden, zelf meer seksueel actief waren en meer risicovolle seks hadden. Wanneer opvoeding en leeftijdgenoten tegelijkertijd werden onderzocht, bleken alleen leeftijdgenoten een rol te spelen in de timing van het seksuele debuut van adolescenten. Frequente seksuele communicatie met ouders bleek echter een buffer te zijn voor de effecten van seksuele peer-normen op de eigen seksuele intentie van adolescenten.
Project STARS is inmiddels afgerond. Voor de resultaten van het onderzoek verwijzen wij u graag naar het overzicht van nationale en internationale publicaties die zijn verschenen op basis van Project STARS. Voor overige vragen over Project STARS kunt u contact opnemen met dr. Ellen Reitz.
Internationale publicaties
Baams, L. (2015). Blooming sexuality: A biopsychosocial perspective on adolescent romantic and sexual development [doctoraal proefschrift, Universiteit Utrecht]. Ridderkerk, Nederland: Ridderprint BV (ISBN: 978-90-5335-982-2).
Baams, L., Dubas, J. S., Overbeek, G., & van Aken, M. A. G. (submitted). The role of popularity in understanding the link of pubertal development and early adolescent romantic and sexual involvement.
Baams, L., Dubas, J. S., Overbeek, G., & van Aken, M. A. G. (2015). Transitions in body and behavior: A meta-analytic study on the relationship between pubertal development and adolescent sexual behavior. Journal of Adolescent Health, 56, 586-598.
Baams, L., Overbeek, G., Dubas, J. S., & van Aken, M. A. G. (2014). On early starters and late bloomers: The development of sexual behavior in adolescence across personality types. Journal of Sex Research, 51, 754-764.
Baams, L., Overbeek, G., Dubas, J. S., Doornwaard, S. M., Rommes, E., & van Aken, M. A. G. (2015). Perceived realism moderates the relation between sexualized media consumption and permissive sexual attitudes in adolescence. Archives of Sexual Behavior, 44, 743-754.
Baams, L., Overbeek, G., Van de Bongardt, D., Reitz, E., Dubas, J. S., & van Aken, M. A. G. (2015). Adolescents’ and their friends’ sexual behavior and intention: Selection effects of personality type. Journal of Research in Personality, 54, 2-12.
Dalenberg, W. G. (2016). A true love story. Young people’s romantic and sexual development in the context of everyday life [doctoraal proefschrift, Rijksuniversiteit Groningen].Ede, Nederland: GVO drukkers & vormgevers (ISBN: 978-94-6332-100-6).
Dalenberg, W. G., Timmerman, M. C., Kunnen, E. S., & Van Geert, P. L. C. (2016). Young people’s everyday romance and sexual experiences in relation to sex-related conversations with parents: A diary study in the Netherlands. Sex education-Sexuality society and learning, 16, 692-706.
Dalenberg, W. G., Timmerman, M. C., & Van Geert, P. L. C. (submitted). “Take your time?” Dutch adolescents’ everyday expressions of sexual behavior trajectories over a two-year period: A mixed-methods study.
Dalenberg, W. G., Timmerman, M. C., Van Geert, P. L. C., & Kunnen, E. S. (2016). Young Dutch people’s everyday experiences of romance and sexuality: A mixed-methods approach. Cogent Social Sciences, 2, 1242269.
Dalenberg, W. G., Timmerman, M. C., Van Geert, P. L. C., & Kunnen, E. S. (submitted). “Let’s talk about love”: A diary study of parent-adolescent conversations about romance and sexuality.
Doornwaard, S. M. (2015). It’s kind of an exciting story: The role of the Internet in adolescent sexual development [doctoraal proefschrift, Universiteit Utrecht]. Ridderkerk, Nederland: Ridderprint BV (ISBN: 978-94-6299-090-6).
Doornwaard, S. M., Bickham, D. S., Rich, M., Ter Bogt, T. F. M., & Van den Eijnden, R. J. J. M. (2015). Adolescents’ use of sexually explicit internet material and their sexual behaviors and attitudes: Parallel development and directional effects. Developmental Psychology, 51, 1476-1488.
Doornwaard, S. M., Bickham, D. S., Rich, M., Vanwesenbeeck, I., Van den Eijnden, R. J. J. M., & Ter Bogt, T. F. M. (2014). Sex-related online behaviors and adolescents’ body and sexual self-perceptions. Pediatrics, 134, 1103-1110.
Doornwaard, S. M., De Boer, F., Vanwesenbeeck, I., Van Nijnatten, C., Ter Bogt, T. F. M., Van den Eijnden, R. J. J. M. (2016). Dutch adolescents’ motives, perceptions, and reflections toward sex-related Internet use: Results of a web-based focus group study. The Journal of Sex Research, 1-13.
Doornwaard, S. M., Moreno, M. A., Van den Eijnden, R. J. J. M., Vanwesenbeeck, I., & Ter Bogt, T. F. M. (2014). Young adolescents’ sexual and romantic reference displays on Facebook. Journal of Adolescent Health, 55, 535-541.
Doornwaard, S. M., Ter Bogt, T. F. M., Reitz, E., & Van den Eijnden, R. J. J. M. (2015). Sex-related online behaviors, perceived peer norms, and adolescents’ experience with sexual behavior: Testing an integrative model. PLOS ONE, 10, e0127787.
Doornwaard, S. M., Van den Eijnden, R. J. J. M., Baams, L., Vanwesenbeeck, I., & Ter Bogt, T. F. M. (2016). Lower psychological well-being and excessive sexual interest predict symptoms of compulsive use of sexually explicit Internet material among adolescent boys. Journal of Youth and Adolescence, 45, 73-84.
Doornwaard, S. M., Van den Eijnden, R. J. J. M., Johnson, A., & Ter Bogt, T. F. M. (2014). Exposure to sexualized media content and selective attention for sexual cues: An experimental study. Computers in Human Behavior, 41, 357-364.
Doornwaard, S. M., Van den Eijnden, R. J. J. M., Overbeek, G., & Ter Bogt, T. F. M. (2015). Differential developmental profiles of adolescents using sexually explicit internet material. The Journal of Sex Research, 52, 269-281.
Reitz, E., Van de Bongardt, D., Baams, L., Doornwaard, S. M., Dalenberg, W., Dubas, J. S., … Deković, M. (2015). Project STARS (Studies on Trajectories of Adolescent Relationships and Sexuality): A longitudinal, multi-domain study on sexual development of Dutch adolescents. European Journal of Developmental Psychology [Special Issue: “Romantic relationships and sexuality in adolescence and young adulthood: The role of parents, peers, and partners”], 5, 613-626.
Reitz, E., Van de Bongardt, D., Baams, L., Doornwaard, S. M., Dalenberg, W., Dubas, J. S., … Deković, M. (2017). Project STARS (Studies on Trajectories of Adolescent Relationships and Sexuality): A longitudinal, multi-domain study on sexual development of Dutch adolescents. In D. van de Bongardt, R. Yu, M. Deković, & W. Meeus (Eds.). Romantic relationships and sexuality in adolescence and young adulthood: The role of parents, peers and partners. Abingdon, U.K.: Routledge, Taylor & Francis Books (pp. 117-130) (ISBN: 978-1-138-20991-6).
Van de Bongardt, D. (2015). Developing adolescent sexuality in context: Relations with parents and peers [doctoraal proefschrift, Universiteit Utrecht]. Ridderkerk, the Netherlands: Ridderprint BV (ISBN: 978-94-6299-051-7).
Van de Bongardt, D., De Graaf, H., Reitz, E., & Deković, M. (2014). Parents as moderators of longitudinal associations between sexual peer norms and Dutch adolescents’ sexual initiation and intention. Journal of Adolescent Health, 55, 388-393.
Van de Bongardt, D., Reitz, E., & Deković, M. (2016). Indirect over-time relations between parenting and adolescents’ sexual behaviors and emotions through global self-esteem. The Journal of Sex Research, 53, 273-285.
Van de Bongardt, D., Reitz, E., Overbeek, G., Boislard, M. A., Burk, W. J., & Deković, M. (in press). Observed normativity and deviance in friendship dyads’ conversations about sex and the relations with youths’ perceived sexual peer norms. Archives of Sexual Behavior.
Van de Bongardt, D., Reitz, E., Sandfort, T., & Deković, M. (2015). A meta-analysis of the relations between three types of peer norms and adolescent sexual behavior. Personality and Social Psychology Review, 19, 203-234.
Nationale publicaties
Baams, L., Dubas, J. S., Overbeek, G., & van Aken, M. A. G. (2016). Opbloeiende seksualiteit: Een biopsychosociaal perspectief op de romantische en seksuele ontwikkeling van adolescenten. Tijdschrift voor Seksuologie. Themanummer: “Project STARS”, 40, 200-205.
Baams, L., Overbeek, G., Dubas, J. S., & van Aken, M. A. G. (2012). De rol van persoonlijkheid in de ontwikkeling van seksueel gedrag van adolescenten. Kind en Adolescent. Themanummer: “Intieme Relaties en Seksualiteit”, 33, 206-217.
Baams, L., Overbeek, G., Dubas, J. S., & van Aken, M. A. G. (2015). De rol van persoonlijkheid in de ontwikkeling van seksueel gedrag van adolescenten. In M. H. W. Geeraets (Red.). Intieme relaties en seksualiteit. Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum (pp. 31-42) (ISBN: 97890-368-0967-2).
Dalenberg, W. G., Kunnen, E. S., & Van Geert, P. L. C. (2012). De beleving van liefde en seks. Kind en Adolescent. Themanummer: “Intieme Relaties en Seksualiteit”, 33, 218-225.
Dalenberg, W. G., Kunnen, E. S., & Van Geert, P. L. C. (2015). De beleving van liefde en seks. In M. H. W. Geeraets (Red.). Intieme relaties en seksualiteit. Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum (pp. 43-50) (ISBN: 978-90-368-0967-2).
Dalenberg, W. G., Timmerman, M. C., Kunnen, E. S., & Van Geert, P. L. C. (2016). De romantische en seksuele ontwikkeling van adolescenten in het dagelijks leven. Tijdschrift voor Seksuologie. Themanummer: “Project STARS”, 40, 219-224.
Deković, M., Van de Bongardt, D., Baams, L., Doornwaard, S. M., Dalenberg, W., Reitz, E., … Van Geert, P. (2016). Ontwikkeling van romantische relaties en seksualiteit van Nederlandse adolescenten in context: Project STARS. Tijdschrift voor Seksuologie. Themanummer: “Project STARS”, 40, 195-199.
Deković, M., Van Aken, M. A. G., Reitz, E., Beyers, W. & De Graaf, H. (Eds.). (2012). Kind en Adolescent. Themanummer: “Intieme Relaties en Seksualiteit”, 33.
Doornwaard, S. M., Van den Eijnden, R. J. J. M., Lugtig, P., Ter Bogt, T. F. M., & Overbeek, G. (2012). Ontwikkelingstrajecten in en voorspellers voor het gebruik van seksueel expliciet internetmateriaal. Kind en Adolescent. Themanummer: “Intieme Relaties en Seksualiteit”, 33, 226-238. [zie onder voor een rectificatie op deze publicatie]
Doornwaard, S. M., Van den Eijnden, R. J. J. M., Lugtig, P., Ter Bogt, T. F. M., & Overbeek, G. (2014). Rectificatie. Kind en Adolescent, 35, 53-54.
Doornwaard, S. M., Van den Eijnden, R. J. J. M., Lugtig, P., Overbeek, G., & Ter Bogt, T. F. M. (2015). Het gebruik van seksueel expliciet internetmateriaal (SEIM) onder adolescenten: Ontwikkelingstrajecten en voorspellers. In M. H. W. Geeraets (Red.). Intieme relaties en seksualiteit. Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum (pp. 51-64) (ISBN: 978-90-368-0967-2).
Doornwaard, S. M., Van den Eijnden, R. J. J. M., Vanwesenbeeck, I., & Ter Bogt, T. F. M. (2016). It’s kind of an exciting story: De rol van het Internet in de adolescente seksuele ontwikkeling. Tijdschrift voor Seksuologie. Themanummer: “Project STARS”, 40, 212-218.
Van de Bongardt, D., Reitz, E., & Deković, M. (2012). Vroeg seksueel debuut in Nederland: een longitudinale studie naar de rol van individuele kenmerken, opvoeding en leeftijdgenoten. Kind en Adolescent. Themanummer: “Intieme Relaties en Seksualiteit”, 33, 194-205.
Van de Bongardt, D., Reitz, E., & Deković, M. (2015). Vroeg seksueel debuut in Nederland: een longitudinale studie naar de rol van individuele kenmerken, opvoeding en leeftijdgenoten. In M. H. W. Geeraets (Red.). Intieme relaties en seksualiteit. Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum (pp. 19-30) (ISBN: 978-90-368-0967-2).
Van de Bongardt, D., Reitz, E., & Deković, M. (2016). Seksuele ontwikkeling tijdens de adolescentie in context: Relaties met ouders en leeftijdgenoten. Tijdschrift voor Seksuologie. Themanummer: “Project STARS”, 40, 206-211.
Bronnen
http://www.projectstars.nl/home.html
Tijdschrift voor seksuologie (2016)