Fruit eten tegen prostaatkanker

Geschatte tijd om tekst te lezen: 2 minu(u)t(en)
Kanker kan probleem vormen voor relaties
Tamponspel moet menstruatie bespreekbaar maken

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

congerdesign / Pixabay

In de Westerse landen is prostaatkanker de meest voorkomende kanker bij mannen en op longkanker na, de frequentste oorzaak van aan kanker gerelateerde overlijdens bij mannen.

De vroegtijdige opsporing van prostaatkanker is de laatste jaren vergemakkelijkt door de ontwikkeling van de zgn. PSA-test. De test bestaat uit een eenvoudige bloedafname, die kan uitgevoerd worden door de huisarts, en het meten van het prostaat specifiek antigen (PSA) in het bloed. Een toename van de PSA duidt op een verhoogd risico voor de ontwikkeling van prostaatkanker.

Mannen vanaf 50 jaar zouden, naast het klassiek rectaal toucher, deze eenvoudige opsporingsmethode regelmatig kunnen laten uitvoeren. Vroegtijdig onderzoek is zeer belangrijk omdat de kans op complete genezing in grote mate afhangt van het zo vroegtijdig mogelijk ontdekken van de ziekte in zijn beginstadium. Wat de redenen voor het ontstaan van de aandoening betreft wijzen gegevens naar zowel erfelijke als omgevingsfactoren (vooral de eetgewoonten).

Prostaatkanker komt het meest voor bij Europeanen en Amerikanen, het minst bij Aziatische bevolkingsgroepen zoals Japanners, Chinezen, … voor zover deze in hun geboorteland leven. Indien deze echter naar Amerika migreren neemt hun risico in belangrijke mate toe. De laatste jaren is het risico op prostaatkanker eveneens toegenomen in Japen, dit door het invoeren van Westerse eetgewoonten. Ons Westers dieet staat bekend als rijk aan dierlijk vet en proteïnen en arm aan vezels, dit in tegenstelling met de Aziatische gemeenschappen waar de voeding bijzonder rijk is aan zetmeel, groenten, vruchten met een hoog vezelgehalte en weinig dierlijke vetten. Naast het verbruik van vet en vezels is het voornaamste verschil tussen een Westers en Aziatisch voedingspatroon het verbruik van soja.

Hoe het risico verkleinen?

Soja-isoflovonoïden

De gunstige effecten van soja worden toegekend aan de grote hoeveelheid insoflovonoïden die het bevat (vnl. genisteïne, daidzeïne en glyciteïne). Zo wordt het gemiddeld verbruik van deze isoflovonoïden in de Aziatische landen op 50 tot 100 mg per dag geraamd. De gemiddelde Westerling verbruikt er nauwelijks enkele milligrammen per dag van.

Selenium

Uitgebreid wetenschappelijk onderzoek wijst erop dat selenium een belangrijke rol kan spelen in kankerpreventie bij de mens.

Vitamine E

De vroegtijdige diagnose van prostaatkanker is belangrijk. Een preventieve aanpak tegen prostaatkanker zou kunnen bestaan uit een beperking van het verbruik van dierlijk vet en eventueel het gebruik van voedingssupplementen zoals vitamine E, selenium en isoflovanoïden.

 

Bronnen

http://www.bristol.ac.uk/news/2014/august/tomatoes-prostate-cancer.html

http://www.jessazh.be/deelwebsites/urologie/prostaat–externe-genitalia–incontinentie/prostaat/kwaadaardig-gezwel/prostaatkanker-en-voeding

https://www.gezondheidsnet.nl/prostaatklachten/zo-houd-je-je-prostaat-gezond

Delen