Seksuele opwinding doet afkeer voor vieze dingen verdwijnen bij vrouwen.
SEKS- EN RELATIEONDERZOEK
Hoewel seks tot één van de grootste pleziertjes in het leven behoort, kampen heel wat
mensen (vooral vrouwen) met ‘seksuele walging’: een afkeer van zweet, lichaamsgeuren en -sappen.
Seksuele opwinding onderdrukt gevoelens van walging. “Seksuele opwinding is sterker dan de afkeer. Lust laat vrouwen dingen doen die ze in een neutrale toestand misschien ronduit walgelijk zouden vinden”, klinkt het. Dat blijkt uit onderzoek van Charmaine Borg van de Rijksuniversiteit van Groningen.
Als je aan vele vrouwen vraagt, vinden ze een aantal dingen behoorlijk vies en schrikwekkend. Toch gaan ze bij seks heel ver in het accepteren van zogenaamde vieze dingen. Partners komen letterlijk in aanraking met intieme lichaamsdelen en -sappen. Toch voelen diezelfde mensen ’s morgens op zijn minst een lichte aarzeling als ze elkaars tandenborstel moeten gebruiken’, zegt Borg. Waarom? Volgens de onderzoekster heeft het alles te maken met walging.
Het is niet de eerste keer dat er wordt gekeken naar walging tegenover opwinding. Al een paar jaar eerder kwamen onderzoekers tot de conclusies die Borgs team trok. “Maar die conclusies waren puur theoretisch. Borg en haar medewerkers deden voor het eerst een praktisch onderzoek, met tests waarbij ze het resultaat zelf konden meten.” Bij eerdere onderzoeken moesten deelnemers zelf een cijfer geven aan hun opwinding of hoe vies ze iets vonden.
Ze onderzocht verschillende factoren bij penetratie-gerelateerde disfuncties, zoals pijn bij penetratie (dyspareunie) of vaginisme, waarbij vrouwen helemaal niet in staat zijn om iets in hun vagina in te brengen.
Bij aanvang van haar onderzoek verwachtte Borg dat vrouwen met vaginisme meer walging zouden uitdrukken bij het zien van seksuele handelingen dan vrouwen zonder klachten. Dat bleek niet het geval te zijn. ‘Bij hersenscans bleek dat vrijwel alle vrouwen bij beelden van penetratie op dezelfde manier reageerden als op beelden van walgstimuli als bedorven voedsel, vieze wc’s of verwondingen en verminkte lichamen. Ook de vrouwen zonder seksuele problemen.’ Het was één van de grote verrassingen van haar onderzoek, vindt Borg.
‘Seksuele opwinding is blijkbaar een enorm krachtig middel om die walging te onderdrukken. Maar zodra de opwinding voorbij is kom je weer tot bezinning’.
Zowel seks als walging zijn beide aspecten van menselijke erva
ringen. Wetenschappers veronderstellen dat walging voor sommige dingen ons beschermt tegen contaminatie van externe bronnen. Zo vertonen bij vrouwen de mond en de vagina een groter walgings- en viesheidsgehalte. Het zijn twee lichaamsdelen die aan de buitenkant liggend direct toegang geven tot het interne lichaam en daardoor bronnen voor besmetting kunnen zijn. Zo zijn vrouwen veel meer verontrust als een spin dicht bij hun mond of vagina kruipt dan wanneer dezelfde spin over hun arm kruipt.
Het is dan moeilijk te begrijpen dat dingen zoals sterke lichaamsgeur, zoutig lichaamszweet, sperma, enz. zonder veel problemen wel geaccepteerd worden bij seksuele handelingen en geen afkeer oproepen. Je zou jezelf kunnen afvragen hoe vrouwen ondanks hun grote afkeer voor vieze dingen bij hun mond of vagina, toch genot kunnen ervaren tijdens seksuele handelingen en dan helemaal niet meer vies zijn.
Onderzoekers Charmaine Borg en Peter de Jong waren geïnteresseerd in deze tegenstelling afkeer/seksueel plezier en ontwierpen een experiment om dit nader te onderzoeken. Ze veronderstelden dat een ander belangrijk gegeven, namelijk seksuele opwinding, oorzaak is voor het feit dat er op deze momenten minder afkeer en walging optreedt voor dingen die normaal gezien walging zouden oproepen. M.a.w. seksuele opwinding kan de drempel om vieze handelingen waarvoor men afkeer heeft, verminderen.
Om deze hypothese te testen rekruteerden ze 90 gezonde vrouwelijke studenten van de universiteit van Groningen en deelden hen willekeurig in drie gelijke groepen van 30 personen in. De groep van 30 studenten van de ‘seksuele opwindingsgroep’ kregen enkele filmfragmenten te zien van Christine le Duc’s film ‘De gast’, een vrouwvriendelijke erotische film. De tweede groep van 30 vrouwen, de positieve opwindingsgroep, kreeg filmfragmenten te zien van avontuurlijke sportactiviteiten, die de adrenaline verhogen. (spectaculaire beelden van bergbeklimmen skiën, rafting, enz.). De derde groep van 30 studenten kreeg gewoon beelden te zien die genomen werden tijdens een gewone treinrit.
De onderzoekers maakten onderscheid in deze groepen omdat ze expliciet het verschil zouden willen zien tussen seksuele opwinding, opwinding door hoog sportieve uitdagingen en neutrale informatie. Daarna moesten ze seksuele en niet seksuele stimuli scoren in termen van hoe vies en walgelijk ze dit vonden. Daarna moesten ze ook een aantal mogelijke walging oproepende activiteiten doen :zowel seksueel getinte gedragingen zoals een vibrator met hun handen insmeren met glijmiddel, met hun vinger een gebruikt condoom aanraken, een ‘gebruikte’ tampon oppakken en weggooien, gebruikt ondergoed van vreemden in een tas leggen, en niet-seksuele handelingen zoals fruitsap drinken van een beker waarin een insect dreef (het was een plastieken exemplaar), over je wang gaan met een door iemand reeds gebruikte tandenborstel. De deelnemers wisten niet dat de tampons, condooms, ondergoed niet echt gebruikt waren, maar bewerkt waren met bijvoorbeeld inkt of een vorm van glijmiddel om ze echt te doen lijken.
De onderzoekers ontdekten dat, in vergelijking met de positieve opwindingsgroep en de neutrale groep, de vrouwelijke studenten in de seksuele opwindingsgroep, de seksueel gerelateerde stimuli minder vies scoorden en dat ze bij de handelingen zowel seksuele als niet seksuele handelingen makkelijker stelden dan de andere studenten.
Bij vrouwen met vaginisme was er een verschil. Wellicht wordt bij seksuele opwinding bij deze vrouwen het gevoel van walging niet onderdrukt. ‘Vrouwen met seksuele penetratieproblemen uitten duidelijk meer walging dan seksueel gezonde vrouwen. Het is zeer goed mogelijk dat ze daardoor meer spieren onbewust of zelfs bewust aanspannen’, denkt Borg. ‘Maar al zijn ze zich daarvan bewust, dat betekent niet dat ze er ook wat aan kunnen doen.’
Uit metingen waarbij de verschillende testgroepen keken naar een vrouwvriendelijke pornofilm bleek ook dat deze duidelijk meer walging opriep bij vrouwen met vaginisme of dysparunie dan de bij klachtenvrije vrouwen. Bij navraag achteraf gaven alleen vrouwen met vaginisme aan dat ze penetratie inderdaad associëren met ‘vies’. In tegenstelling tot de vrouwen met dysparunie.
Bij het kijken naar een vrouwvriendelijke pornofilm bleek dat vrouwen met vaginisme of dyspareuni meer walgden dan de gezonde vrouwen. Na de testen kwam Borg erachter dat alleen vrouwen met vaginisme penetratie als ‘vies’ associëren. Dit in tegenstelling tot vrouwen met dyspareunie. Borg vertelt: “Bij metingen reageerden zij met walging, maar blijkbaar stellen zij die initiële associaties bij als zij de tijd hebben om hierover na te denken.” Volgens Borg is dit een verklaring waarom vrouwen met dyspareuni uiteindelijk wel in staat zijn tot geslachtsgemeenschap.
Ook angst voor pijn speelt een belangrijke rol bij vrouwen met vaginisme of dyspareunie. Maar al liggen angst en walging als emotie heel dicht bij elkaar, er zijn verschillen, stelt Borg. De resultaten van haar onderzoek bieden volop aanknopingspunten voor verder onderzoek naar een mogelijke oplossing voor vrouwen met vaginisme of dyspareunie.
De onderzoekers concludeerden dat een zekere vorm van seksuele opwinding, vrouwen helpt om hun natuurlijke neigingen van walging en afkeer te onderdrukken. Het geeft een verklaring waarom mensen seks voor hun plezier kunnen hebben en daarbij dingen doen waarvoor ze in andere omstandigheden afkeer zouden hebben.
“Walging is een emotie, maar is ook een verlengde van ons immuunsysteem. Het beschermt ons tegen infecties en maakt ons alert voor dingen, zoals lichaamssappen en voedsel, die mogelijk ziekten kunnen bevatten en mensen kwetsbaar kunnen maken”, verklaart Daniel R. Kelly, professor aan de Purdue universiteit. Vrouwen zouden bovendien veel sneller walgen van iets dan mannen, zeker binnen een seksuele context. David Buss, professor psychologie aan de universiteit van Texas noemt het zelfs “een groot probleem voor vrouwen”.
“Het beschermt de vrouwen tegen vrijen met de foute mannen die getuigen van een barslechte hygiëne of mogelijk besmet zijn met één of meerdere soa’s. Wat interessant is aan deze studie, is dat opwinding de alertheid voor mogelijke ‘gevaarlijke’ (seksuele) activiteiten afdempt en vrouwen dingen laat doen die ze anders wellicht niet zouden doen”, besluit Buss.
Curtis, V., Aunger, R., & Rabie, T. (2004). Evidence that disgust evolved to protect from risk of disease. Proceedings of the Royal Society of London B: Biology Letters, 271, S131-S133. DOI: 10.1098/rsbl.2003.0144
Rozin, P., Nemeroff, C., Horowitz, M., Gordon, B., & Voet, W. (1995). The borders of the self: Contamination sensitivity and potency of the body apertures and other body parts. Journal of Research in Personality, 29, 318-340. DOI: 10.1006/jrpe.1995.1019
Borg, C., & de Jong, P. J. (2012). Feelings of disgust and disgust-induced avoidance weaken following induced sexual arousal in women. PLoS ONE, 7, e44111. DOI: 10.1371/journal.pone.0044111
Bronnen