Minister tegen seksueel misbruik in België? Seksueel misbruik neemt toe.
SEKS- EN RELATIEONDERZOEK
Een federaal minister of staatssecretaris bevoegd voor seksueel misbruik? Hanne De Belie (HBvL -Het Nieuwsblad) interviewde in de weekendkrant HBvL (27/07/2019) voormalige Kamerleden Nele Lijnen en Carina Van Cauter (Open Vld) waarbij deze aangaven dat er nood is aan meer politieke moed om het aantal zedenzaken te doen verminderen. “De cijfers blijven stijgen”, aldus de Limburgse Lijnen tegenover Hanne De Belie. Beide politica’s zitten niet meer in de Kamer, maar hopen toch dat de nieuwe federale regering iets gaat doen met hun plan tegen seksueel geweld.
“Elk slachtoffer is er één te veel”, aldus Lijnen. De politica zijn tevreden over wat ze al bereikt hebben, maar vinden dat er nog veel werk aan de winkel is. Ze vinden dat seksueel misbruik in één geheel moet worden aangepakt. Het is namelijk teveel verspreid over het politionele en justitionele en er ontbreekt ook het preventieve luik en het hele nazorgtraject. Dat moet volgens hen onder één koepel komen: één plan met effectief de wil om het te verwezenlijken en dus ook de middelen die daar tegenover moeten staan. Daarvoor moet er interbestuurlijk samengewerkt worden zowel tussen de gemeenschappen als met de federale overheid. En daarbinnen nog eens de verschillende departementen.
Volgens de gegevens die HBvL verstrekt steeg het aantal aangiften van seksueel misbruik in vijf jaar tijd: van 10.258 in 2013 naar 11.267 in 2017 (zie tabel 1).
Volgens Lijnen gaan slachtoffers vaak pas laat naar de politie en 90% wordt zelfs niet eens gemeld. In Limburg waren er de laatste vijf jaar samen bijna vierduizend registraties van zedenfeiten. Een kleine 7 procent van alle zedendossiers gebeurt in Limburg. De meeste dossiers gaan over verkrachting of aanranding van de eerbaarheid.
Het aantal pedofiliedossiers in België verdriedubbelde tussen 2013 en 2017: van 101 naar 306 aangiften. Er zijn zelfs minderjarige daders: in 2017 waren er 1.027 verkrachtingen en twee aangiften van pedofilie door een minderjarige dader.” (zie tabel 3)
Bijna een derde van de verkrachtingsdossiers wordt geseponeerd. Al daalt het aantal seponeringen wel: van 2.215 in 2013 naar 1.610 in 2017. Tekort aan bewijslast is bij de seponeringen een heel belangrijke factor. In de cijfers zien we dat te weinig recherchecapaciteit jaarlijks in tientallen dossiers tot seponering heeft geleid. Dat is onaanvaardbaar. Vooral goedopgeleide verbalisanten die de juiste vragen stellen, zijn nodig aldus de politica in de krant.
De politica pleiten voor een wettelijk kader voor audiovisueel verhoor, de polygraaf (leugendetector) en DNA Analyse. Ook verjaringstermijn van seksueel misbruik (nu 15 jaar na meerderjarigheid) moet uitgebreid worden. In elke provincie moeten er zorgcentra komen. Nu zijn die er reeds in Gent, Luik en Brussel. In zo een centrum is er alles onder één dak : medische zorg, forensisch onderzoek, psychologische ondersteuning en de mogelijkheid tot klacht indienen. Na elk misbruik moet er een verplicht DNA en speekselonderzoek gebeuren bij de verdachte/dader om te kijken of die niet besmet is met HIV of SOA. Zo kan je verhinderen dat het slachtoffer nodeloos medicatie met bijwerkingen moet slikken.
Bron en meer lezen
https://www.hbvl.be/cnt/dmf20190727_04530890/nog-elke-dag-een-aangifte-van-pedofilie