Seks en de media
seksuele beelden. De meeste media presenteren een beperkt, stereotype en soms onrealistisch beeld van seksualiteit. Het gebruik van internet en smartphones brengt soms ook seksuele risico’s met zich mee.
Met seksuele en relationele vorming leren jongeren kritischer met seksuele beelden omgaan en zelf verantwoord gebruik te maken van internet en smartphones.
Waar gaat het thema ‘seks en media’ over?
Naast ouders en school spelen (online) media een aanzienlijke rol in de seksuele opvoeding van kinderen en jongeren. Helaas is de beeldvorming in de media rondom seksualiteit vaak eenzijdig, seksistisch of stereotype en de informatie soms onjuist. Seks en media gaat ook over zelf verantwoord leren omgaan met beeldmateriaal en kritischer te kijken naar seksueel getinte beelden.
Met (eigen) smartphones en tablets kunnen kinderen steeds makkelijker zelfstandig het internet op. En komen daar – net als in andere media – toevallig of bewust gezochte seksuele beelden tegen. Zo blijkt uit onderzoek van SIRE en RutgersWPF (2014) dat één op de drie kinderen onder de 10 jaar wel eens porno op internet heeft gezien. Terwijl 66% van de ouders met kinderen in deze leeftijdsgroep nog nooit met zijn of haar kind over porno heeft gesproken.
Sexting
Sexting is ook iets dat veel voorkomt onder jongeren: het maken en versturen van naaktfoto’s of -filmpjes. De foto’s kunnen echter razendsnel worden verspreid, iets waar jongeren niet altijd bij stilstaan. Met alle gevolgen van dien.
Lees meer over online risico’s voor jongeren
Welke vragen hebben leerlingen over dit thema?
Leerlingen onder de 12 jaar vragen bijvoorbeeld:
- Waarom kijken zoveel mensen naar porno? Ik vind dit vies!
- Ik chat met veel jongens die ik niet ken. Ze willen graag daten maar dat durf ik niet. Wat zeg ik hen?
- Hoe word ik later een sexy vrouw? Kan ik dat leren van internet?
- Ben je pas echt een man als je een six-pack hebt?
Leerlingen boven de 12 jaar:
- Waarom kijken veel meer jongens naar porno dan meisjes?
- Moet ik de seks later ook zo lang vol kunnen houden als de mannen in de pornofilms?
- Waarom moeten wij condooms gebruiken? Dat doen ze in films toch ook niet?
- Wat kan ik doen als er blote foto’s van mij op internet worden gezet?
- Mijn piemel is veel minder groot dan die piemels in de films. Is dat normaal?
- Als je aan meiden hun borsten zit, krijgen ze dan meteen zin in seks?
- Ik wil later best seks hebben, maar niet alles wat ze in die films doen. Ben ik preuts?
Aandachtspunten bij het lesgeven over dit thema
- Veel media geven een stereotype en verwrongen beeld van relaties en seksualiteit. Dat is geen voorschrift van ‘hoe het hoort‘. Wat voor jou een prettige relatie en fijne seks is, bepaal je zelf.
- Porno gaat vaak over fantasieën van volwassenen en is vaak alleen gericht op seksuele standjes en orgasmes. De relatievorming en intimiteit worden hierin nauwelijks belicht. Voor jongeren (met name jongens) kan porno overigens wel opwindend, aantrekkelijk of leerzaam zijn.
- Jongeren die porno aantrekkelijk, leerzaam en opwindend vinden, lopen een groter risico dit ook te kopiëren in hun dagelijks leven.
- Maak jongeren duidelijk dat seks vooral leuk, gewenst en veilig hoort te zijn. Met respect voor elkaar en dat je hierin je eigen tempo bepaalt. Het is belangrijk als je begint met seks goed met elkaar te communiceren over wat je wel of niet prettig vindt.
- Sommige jongeren kunnen zich onzeker voelen van pornobeelden en denken aan ideaalbeelden te moeten voldoen. Pornofilms zijn in realiteitsgehalte vergelijkbaar met stripverhalen. Wat je ziet kan gebeuren, maar realistisch is het niet. Het verloop van de seks wordt door filmmontage en andere trucs verbeeld als een ultieme fantasie – meestal die van mannen.
- Veel films en programma’s over seks nemen de mannelijke seksualiteit als uitgangspunt. Daarom is het logisch dat het meisjes en vrouwen minder of niet aanspreekt.
Lespakketten:
Behandel dit thema bij voorkeur binnen een breder lespakket over seksualiteit. We adviseren het gebruik van geïntegreerde en samenhangende lespakketten waarin de verschillende thema’s met betrekking tot relaties en seksualiteit in een brede en doorlopende leerlijn wordt aangeboden. Lees hier meer over bij Educatie.
De volgende lespakketen zijn hiervoor zeer geschikt:
- Basisonderwijs: Relaties & Seksualiteit, vier leskaternen (groep 1 en 2, groep 3 en 4, groep 5 en 6, groep 7 en 8).
- Voortgezet onderwijs: Lang Leve de Liefde, versie voor onderbouw en versie voor bovenbouw.
- MBO: Lang Leve de Liefde, Love & Sex, Les(s) & More
Niet iedereen is even negatief over de risico’s van seks in de media.
Als jongeren zich online met seks en seksualiteit bezighouden, wordt dat bijna altijd gezien als risicogedrag. Bij sexting ligt de focus bijvoorbeeld op reputatieschade, pesten, afpersing, kinderporno, dwang en zelfs zelfmoord. Vanuit feministische hoek is hier kritiek op: genderstudiesonderzoekers vragen aandacht voor het plezier dat jongeren aan online seksuele praktijken beleven en de positieve invloed die online seksuele zelfverkenning kan hebben. Zulk onderzoek wil vooral jongeren zelf aan het woord laten. Dat is ook de insteek van antropoloog Marijke Naezer, die jarenlang onderzoek deed met Nederlandse jongeren van 12 tot 18 jaar. In een recent artikel stelt ze dat beter is om de online seksuele praktijken van jongeren te benaderen als avonturen.
Naezer baseert zich op zowel etnografisch veldwerk in het oosten van het land en online, als een survey onder 679 jongeren. De steekproef daarvan is niet representatief en bevat meer LHBT-jongeren dan de populatie.
Valse dichotomie tussen veilig en onveilig
In onderzoek met jongeren naar seksualiteit wordt vaak een onderscheid gemaakt tussen veilige en onveilige praktijken. Naezer stelt dat die dichotomie niet houdbaar is. Zo wijst ze erop dat studies zich vaak richten op stranger danger online en contacten met familie en bekenden uitsluiten als veilig, terwijl het werkelijk risico juist bij die laatste groepen ligt. De dichtomie stigmatiseert bovendien bepaalde groepen mensen (denk aan hiv en homomannen) en wekt de valse indruk dat er zoiets bestaat als veilige seks: elke seksuele handeling brengt bepaalde risico’s met zich mee. De nadruk op gevaar resulteert erin dat jongeren weerhouden worden bepaalde online activiteiten te ondernemen. Daarmee beperkt het de seksuele vrijheid van jongeren. Bovendien wordt als het dan toch gebeurt en misgaat, de schuld bij jongeren zelf gelegd – denk aan sexting. De schaamte die daarbij komt kijken kan slachtoffers ervan weerhouden hulp te zoeken.
Marijke Naezer stelt een totaal ander perspectief voor dan wat we dagelijks horen in de media en van opvoeders. Ze benadert jongeren niet als passieve slachtoffers die ‘blootgesteld’ worden aan seksuele risico’s, maar als actoren die actief de kansen en uitdagingen van sociale media te lijf gaan. De drie aspecten van haar avontuur-benadering betekenen dat we een ander gesprek moeten hebben over jongeren en online seks. We moeten vooral met jongeren praten in plaats over ze, en we moeten daarbij aandacht hebben voor de complexiteiten, de verscheidenheid en de tegenstellingen die horen bij de online seksuele praktijken van jongeren.
Bronnen
http://www.seksuelevorming.nl/themas/seks-en-de-media
http://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/13691058.2017.1372632