Verbeteren van gevoel van eigenwaarde effectief bij therapie seksueel afwijkend gedrag

Seksueel opgewonden neem je soms domme beslissingen
Seksueel geweld en cultureel perspectief
shit2

Image by leoniefennell.wordpress.com

SEKS- EN RELATIEONDERZOEK

Het woord pedofilie wordt door de meeste mensen waarschijnlijk meteen geassocieerd met seks met kinderen en vaak wordt het in één adem uitgesproken met misbruik.

Het begrip an sich verwijst echter oorspronkelijk naar liefde voor kinderen.

Zelfs in wetenschappelijke kringen wordt zelden een consensus bereikt en wordt gegoocheld met allerhande definities, gradaties en begripsomschrijvingen.

Uit onderzoek blijkt onder andere dat  gerechtsjournalisten zich vrij goed bewust zijn van de verscheidenheid aan pedofielen en pedoseksuelen  maar dat dit amper in hun verslaggeving tot uiting komt met als gevolg dat er overwegend negatief geschreven wordt over pedofilie in de nieuwsmedia.

Pedofilie is een term, die wordt gebruikt voor het zich seksueel primair aangetrokken voelen van volwassenen tot kinderen die nog niet geslachtsrijp zijn, minderjarig zijn en nog niet de leeftijd om seks te beleven bereikt hebben. De term wordt op twee 2 manieren vaak foutief gebruikt: Ten eerste slaat de term “pedofilie” alleen op het verlangen naar seksueel contact met kinderen, niet op het daadwerkelijk hebben van seks met kinderen. Het laatste heet pedoseksualiteit. Pedofilie is op zich niet strafbaar omdat onze gedachten in principe vrij zijn, pedoseksualiteit waarbij men overgaat tot het hebben van seks met kinderen wel.

Ten tweede is er pas sprake van pedofilie als een volwassene zich seksueel aangetrokken voelt tot prepuberale kinderen. In het dagelijks spraakgebruik wordt een volwassene die zich seksueel aangetrokken voelt tot personen die wel al geslachtsrijp, maar nog minderjarig (minder dan 18) zijn, vaak ten onrechte als pedofiel aangemerkt.  Pedoseksualiteit is dan ook niet helemaal hetzelfde als het wel strafbare feit van  seksuele handelingen met minderjarigen, wel geslachtsrijp, maar nog geen 16 jaar is.

In het internationaal gehanteerde classificatiesysteem van psychische ziektebeelden, het zogenoemde Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV), valt pedofilie onder de categorie “psychoseksuele stoornissen” en staat daar opgesomd met de andere parafilieën: fetisjisme, transvestitisme, voyeurisme, exhibitionisme, masochisme en sadisme.

Pedofilie en kinderporno halen dagelijks het nieuws. De maatschappelijke verontwaardiging lijkt alsmaar groter te worden, hoewel nog veel onbekend is. Zo wordt alles wat met seks en kinderen te maken heeft geregeld (onterecht) op één hoop gegooid.

Pedofilie is een beladen onderwerp, waarover weinig harde cijfers bekend zijn. Schattingen gaan er vanuit dat 1 tot 3 procent van de volwassenen pedofiel is. Voor Nederland komt dit uit op ruim 100.000 mannen. “In elke stad, dorp of wijk woont er wel één”, zegt seksuoloog Erik van Beek die mensen met pedofilie behandelt. Een klein deel, de pedoseksuelen, vergrijpt zich aan kinderen, zegt hij. Meestal zijn het mannen, en heel soms een vrouw.

Seksuologen, ervaringsdeskundigen en behandelaars van pedofielen vinden dat het onderwerp, hoe gruwelijk ook, meer uit de taboesfeer moet komen.

Onderzoek suggereert dat een geïndividualiseerde benadering met behulp van cognitieve gedragstherapie de meest effectieve behandeling is voor mensen met een seksueel afwijkend gedrag. De therapie en de therapeut hebben behoefte  aan flexibiliteit om zich aan te passen aan de specifieke behoeften van de individuele dader om herval van daderschap te voorkomen.

Deze geïndividualiseerde cognitieve gedragstherapie kan overtreders leren de copingsvaardigheden te leren die nodig zijn om recidive te voorkomen. Onderzoek bewijst dat recidive dan met meer dan vijftig procent vermindert. Programma’s die cognitieve herstructurering omvatten, sociale vaardigheidstraining, slachtofferempathie en terugvalpreventie zijn het meest effectief  in het verminderen van afwijkende opwinding en het verhogen van de juiste seksueel gedrag.

De primaire focus van zedendelinquent behandeling programma’s op dit moment is terugvalpreventie training. Dit vereist dat de dader hun emotionele kwetsbaarheid durven tonen en erkennen dat ze willen stoppen met hun afwijkend gedrag om tot meer passend gedrag te komen.

De primaire indicator van de meeste behandelingen is voorkomen van  recidive. Weinig is onderzocht hoe de dader zich voelt bij de therapeutische ervaring. Behandeling kan zich richten op persoonlijke verbetering, tevredenheid en voldoening voor de zedendelinquent. Therapie kan de dader helpen in de richting van positief gedrag. Programma’s zijn niet beperkt tot een focus van het vermijden van de negatieve gevolgen van terugval, maar voor een algemene verbetering van het leven van de dader.

Studies hebben aangetoond dat onmiddellijk voorafgaand aan een zedendelict meer dan zestig procent van de overtreders een aanzienlijke daling van het gevoel van eigenwaarde rapporteerde.

Met het groeiende aantal zedendelinquenten dat opnieuw intrede maakt in de gemeenschap en met de studies in het achterhoofd die aangeven dat een verbeterd gevoel van eigenwaarde een belangrijk onderdeel is van het succes, zou het verstandig zijn voor de behandelaar om zich bijgevolg  te concentreren op het verbeteren van de algehele kwaliteit van leven voor de dader en in het bijzonder het verbeteren van het gevoel van eigenwaarde.

Hoewel het technisch gezien vaak geen deel uitmaakt van het therapeutisch proces, vraagt bijvoorbeeld het vinden van een geschikte huisvesting voor de dader  vaak een gezamenlijke inspanning van de therapeut, de reclasseringsambtenaar, of andere hulpverleneners in het programma. Een overtreder opnieuw invoeren in de gemeenschap is niet gemakkelijk omdat de buurt hem/haar meestal niet welkom heet. Vaak moet de dader ook gaan wonen op een afstand van het slachtoffer en mag men zich niet in een bepaalde straal van het de woonplaats van het slachtoffer begeven.

Media spelen een belangrijke rol in de re-integratie van de daders en het voorkomen van recidive. Het etiketteren van de daders in de media maakt hen tot beulen, criminelen, verderfelijke personen. Vooral pedofielen die zich aan kinderen hebben vergrepen worden in de samenleving aan de kant geschoven en hebben het zeer moeilijk om zich te re-integreren.

Herstel van hun menselijkheid door het valideren van het individu en het ontwikkelen van hoop door middel van gezonde gedragsopties kan een echte kans voor genezing creëren.

Een cruciaal onderdeel van de zedendelinquenttherapie is om de toestand van ontkenning uit te roeien in de dader. Overtreders worstelen met hun zelfbeeld en de erkenning van de omvang van hun afwijkend gedrag. Wanneer daders overstelpt worden met onjuiste etikettering in de media en het overdreven afbeelden van hun fout gedrag, is het moeilijker voor hen om hun fouten in te zien en gaan ze zichzelf als een slachtoffer beschouwen, doordat overdreven of onjuiste feiten in de media verspreid worden.

Op die manier gaan ze het foute seksueel gedrag rechtvaardigen en het gestelde gedrag ontkennen. Hun defensieve houding doordat ten onrechte fout voorgesteld seksueel gedrag in de media werd geëtaleerd, maakt dat ze het veel moeilijker hebben om hun fout in te zien.  Men ziet zichzelf niet meer als een zedendelinquent maar een slachtoffer van de media.

Pedofilie is het verlangen naar seksueel contact met prepuberale kinderen. Pedoseksualiteit is het daadwerkelijk hebben van seks met prepuberale kinderen, om uiteenlopende redenen. Kinderporno is pornografisch materiaal waarop minderjarigen worden getoond. Een pedofiel is dus niet – zoals veel mensen denken – per se voorstander van seks met kinderen, laat staan van seksueel misbruik. Marc Dutroux was een pedoseksueel: hij had een psychopathologische stoornis en leefde zich uit op kinderen, maar hij had geen exclusieve seksuele voorkeur voor kinderen.

Kinderporno kan drempelverlagend werken op pedoseksualiteit, maar dat hoeft niet. Handelaren in kinderporno hebben ook vaak economische motieven – het verdienen van geld – zonder gevoelens voor kinderen te koesteren. Volgens Mulder is de verwarring vooral een taalkundige, maar niet een heel dramatische. Het verschil schuilt volgens hem in wel of niet handelen naar de geaardheid.

Volgens Mulder,directeur van behandelcentrum De Waag, kan een oorzaak van pedofilie zijn dat de pedofiel op te jonge leeftijd bezig was met seksualiteit, bijvoorbeeld doordat hij of zij gedwongen was mee te kijken naar porno. Dan ontstaat een vervormd seksueel script. Sommige pedofielen werden daardoor vroegrijp en masturbeerden op heel jonge leeftijd al heel veel. Een aanzienlijk aantal pedofielen is vroeger zelf misbruikt. Zij die het nare van de ervaring hebben verdrongen kunnen dat in hun hoofd ‘corrigeren’ door later ‘lief’ te zijn naar kinderen. Zij die het spannend vonden, kunnen later eenzelfde voorkeur ontwikkelen. Zij willen de oudere/jongere-band versterken.

Bij De Waag, centrum voor ambulante forensische psychiatrie, probeert men inzicht te krijgen in de complexe achtergrond van het gedrag en de manier van denken.

Iemand met een 49b7ce356391f4a92bbac924a22bf5d5seksuele voorkeur voor kinderen én een sterk antisociale levenshouding is de ‘meest gevaarlijke’ pedoseksueel. Dat noemt men sexual predator genoemd, het seksuele roofdier. Maar dat is maar een heel kleine groep.

De media kunnen een grote rol kunnen spelen in het beïnvloeden van de publieke opinie inzake pedofilie. Niemand is gebaat bij paniekreacties. De pedofiel niet, de ouders van het slachtoffer niet en het slachtoffer zelf natuurlijk al helemaal niet.

Hoe verwerpelijk ook, de maatschappelijke tendens om ‘viespeuken’ aan de schandpaal te nagelen slaat steeds meer door, vindt Mulder. ‘Ruiten worden ingegooid, ze worden met foto’s en adres op websites geplaatst, ze krijgen stadsverboden. Die sfeer is wel zorgelijk. Ze worden neergezet als monsters en ik vrees dat dat de komende jaren alleen maar erger gaat worden.’  Dat zorgt er alleen maar voor dat de re-integratie bemoeilijkt wordt en de dader terug kan hervallen in zijn oude pedoseksuele gewoontes.

De therapeut moet er voor zorgen dat de dader zijn eigenheid kan bewaren en dat zijn gedrag niet anders is dan ander crimineel gedrag en dat hij/zij beseft dat er morele grenzen zijn overschreden. Het kan nuttig zijn om samen met de daders gebrek aan nauwkeurigheid in de media te onderzoeken om zo een vertrouwensband met de daders te krijgen.

De voorstelling dat ze onbehandelbare criminelen zijn en daardoor niet meer in de betrokken buurt mogen leven, verhindert daders om in te gaan op therapeutisch advies en aan hun situatie te werken. Het feit dat ze niet meer in de buurt mogen wonen en dat de samenleving hen niet meer vertrouwt, maakt juist dat ze niet meer bereid zijn om aan zichzelf te werken, hun eigenheid en zelfbeeld te verbeteren, zodat recidive dan juist optreedt.

De therapeutische programma’s die beschikbaar zijn  om veroordeelde zedendelinquenten te helpen worden zelden besproken in de media.  Nochtans vragen daders vaak dat de media ook berichten dat ze wel degelijk een behandeling volgen, dat ze bereid zijn om hun gedrag te veranderen en dat ze een tweede kans verdienen. Eenmaal een misstap begaan, blijven ze voor altijd seksuele delinquenten en dus onbetrouwbaar.

Ook familie en vrienden delen vaak in de negatieve beeldvorming omtrent daders van seksueel misbruik. De wijze waarop de familie van de dader kan worden lastiggevallen en vernederd zijn bijna onbegrensd. Echtgenoten kunnen kwetsbaar zijn voor strafmaatregelen omdat ze verbonden zijn aan de dader. Sommige echtgenoten wordt verwacht dat zij van de dader scheiden en als ze er niet voor kiezen kunnen ze vrienden, familie relaties, en zelfs  werk verliezen.

Kinderen van daders worden nagewezen en ouders van  de daders ervaren intolerantie van hun gemeenschap omdat ze hun volwassen kind blijven huisvesten. Pedofielen krijgen zo het idee van een levenslange gevangenisstraf terwijl heel wat van hen schuldinzicht hebben en zich niet meer aan kindermisbruik of kinderporno willen bezondigen.

childsexad

Therapie moet daarom ook focussen op copingsmechanismen bij de daders om te leren omgaan met de negatieve houding die de samenleving ten aanzien van de daders inneemt.

De isolatie te wijten aan het vermijden van sociale contacten door de zedendelinquent kan verergeren en schade berokkenen aan de eigenwaarde.

Lees hier de pedofielen in de media scriptie Karen Van Lokeren

Bronnen

http://www.esextherapy.com/dissertations/Pamela%20Farr%20Escobar%20An%20Examination%20of%20the%20Effects%20of%20Media%20Programming.pdf

http://www.nemokennislink.nl/publicaties/pedo-s-in-beeld

https://www.rtlnieuws.nl/magazine/dat-mijn-schoonvader-zoiets-deed-ik-ben-er-nog-altijd-ziek-van

https://seksuologischehulp.be/aangetrokken-voelen-tot-kinderenpedofilie