Jongeren en seksuele gezondheid onderzoek 2014
SEKS- EN RELATIEONDERZOEK
Tijdens hun puberjaren, ondergaan jongens en meisjes diepgaande biologische,cognitieve, emotionele en sociale veranderingen. Deze periode vormt dan ook het ideale moment om jongeren voor te bereiden op het maken van vrijwillige,geïnformeerde en veilige keuzes met betrekking tot hun relaties en seksuele gezondheid.
De vragen omtrent seksualiteit werden enkel gesteld aan jongeren in het secundair onderwijs. De vragen zijn ingedeeld in drie categorieën: in eerste instantie wordt algemeen gepeild naar de vraag of de jongere al geslachtsgemeenschap heeft gehad. Vervolgens wordt bij de jongeren die reeds geslachtsgemeenschap gehad hebben, gepeild naar het gebruik van voorbehoedsmiddelen. In laatste instantie, wordt de jongere bevraagd omtrent seksueel overschrijdend gedrag.
Het aantal jongeren dat in 2014 aangaf reeds seks te hebben gehad, verschilt niet significant qua geslacht: 26,8% van de jongens gaf aan reeds seks te hebben gehad, tegenover 25,1% van de meisjes (chi² = 2,6; df = 1; p = 0,107). Opvallend is dat, in tegenstelling tot wat algemeen wordt aangenomen, een dalende trend geobserveerd werd ten opzichte van de bevindingen in 2010: toen gaven 29,1% van de jongens en 28,7% van de meisjes aan reeds seks te hebben gehad. Deze daling is significant voor beide geslachten (Jongens: chi² = 5,2; df = 1; p = 0,023; Meisjes: chi² = 11,8; df = 1; p = 0,001).
Opgesplitst naar leeftijdsgroep (grafiek 1), valt te bemerken dat het percentage jongens dat reeds seks heeft gehad significant daalt ten opzichte van de resultaten in 2010, in de leeftijdsgroepen 13-14 jaar (chi² = 7,2; df = 1; p = 0,007) en 15- 16 jaar (chi² = 4,9; df = 1; p = 0,026). Bij meisjes is enkel een significante daling te bemerken bij de 15-16-jarigen (chi² = 24,7; df = 1; p < 0,001). Bij 17-18- jarigen is de prevalentie noch bij jongens, noch bij meisjes significant veranderd.
De prevalentie van seks bij jongens en meisjes is niet significant verschillend. Opvallend is wel dat de prevalentie in 2014 gedaald is in vergelijking met de resultaten in 2010, een daling die veroorzaakt wordt door een daling bij de leeftijdsgroepen 13-14- en 15-16-jaar. Ook blijven significante verschillen bestaan naar onderwijstype, met meer leerlingen die reeds seks hebben gehad in het beroepsonderwijs dan in de andere onderwijstypes.
Het gebruik van condooms verschilt significant naar geslacht (meer jongens dan meisjes), naar leeftijd (dalend met de leeftijd) en onderwijs (hoogst in het algemeen secundair onderwijs, laagst in het beroepsonderwijs). Condoomgebruik nam sinds 2010 significant af bij jongens (van 58,3% naar 50,1%) en bleef stabiel bij meisjes. Meer meisjes dan jongens geven aan dat zijzelf of hun partner gebruik maakten van de anticonceptiepil (75,6% versus 59,1%). In vergelijking met 2010 is dit een daling voor beide geslachten. Verschillen naar leeftijd en onderwijstype (bij meisjes) zijn significant: de prevalentie van gebruik stijgt naarmate men ouder wordt en ligt het hoogst bij meisjes in het technisch secundair onderwijs. Het gebruik van de noodpil is in 2014 significant gedaald ten opzichte van 2010. De prevalentie ligt even hoog bij jongens als bij meisjes. Het gebruik van de noodpil is het hoogst bij meisjes uit het beroepsonderwijs. Ook het gebruik van andere voorbehoedsmiddelen is significant gedaald ten opzichte van 2010. Tot slot gaven 19,8% van de jongens en 8,2% van de meisjes aan geen voorbehoedsmiddelen te hebben gebruikt, een significante toename ten opzichte van 2010. Naarmate jongeren ouder worden, neemt de prevalentie gevoelig af. Bij meisjes ligt de prevalentie bovendien significant hoger in het beroepsonderwijs.
Tot slot werd, voor het eerst, bevraagd of de jongeren reeds in aanraking kwamen met seksueel overschrijdend gedrag. Meer meisjes dan jongens (24,8% versus 14,6%) gaven aan reeds op een seksuele manier te zijn aangeraakt of gestreeld terwijl ze dit niet wilden. De prevalentie van dit overschrijdende gedrag neemt sterk toe met leeftijd en is ook significant hoger in het beroepsonderwijs. Op de vraag of de jongere ooit al verplicht werd iemand anders op een seksuele manier aan te raken terwijl men dit niet wilde, antwoordde 13,4% van de meisjes en 7,7% van de jongens positief. Bij meisjes stijgt de prevalentie van dit grensoverschrijdend gedrag significant naarmate men ouder wordt.
Bronnen
https://www.zorg-en-gezondheid.be/sites/default/files/…/HBSC_2014_Seksualiteit.doc…
https://www.sensoa.be/…/seksualiteitsbeleving-van-vlaamse-jongeren-feiten-en-cijfers